Maar achter het model hángt immers een linksdraaiende schroef, Peter? Dat viel me op, maar ik wilde er niets van zeggen. Ik vond dat wat vreemd, want er zijn niet zo erg veel kusters met een linkse schroef, zeker niet als er een Brons in staat.Helaas kon ik voor het model niet aan linksdraaiende schroeven van 3 cm komen, rechtsdraaiende waren wel verkrijgbaar.
Overigens heb ik op geen enkel schip met een 4-cilinder motor gevaren dat een driebladige schroef had; zonder uitzondering vierbladig. Maar het is zonder meer waar: het aantal bladen is bepalend voor de trillingen, dus misschien trilde de Urmajo meer dan normaal en is toen later besloten om er een driebladige schroef achter te hangen. Dat ze van oorsprong een driebladige schroef had kan ik nauwelijks geloven. Als je hetzelfde rendement wilt halen, zal je bij een driebladige schroef toch hetzelfde schroefoppervlak moeten zien te bereiken als bij een vierbladige voor hetzelfde schip en dezelfde motor met hetzelfde aantal omwentelingen. Hoe werd dat dan opgelost? Een grotere diameter kon niet in datzelfde schroefraam en dus zouden de bladen breder geweest moeten zijn dan bij een vierbladige schroef.
Nu is het wel zo dat die 4GB er pas in 1959 in was gekomen want bij de nieuwbouw in 1937 was er een 4ED in geplaatst; de 4GB kwam pas in 1954 op de markt. Je vergist je ook als je zegt: "In de Pial stond een Brons 4GB van 220 toeren per minuut." Die 4GB van 1954 draaide 350 toeren en leverde dan 240 pk, maar zal afgesteld zijn geweest op 220 pk. Maar dat betekende dus wel dat ze in 1959 een motor kreeg die 350 toeren draaide in plaats van de oorspronkelijk 320 toeren per minuut. Is toen soms besloten voor een driebladige schroef? Moest hij voor die afstelling op 220 pk soms een toerental draaien waarbij het schip begon te trillen? Het is eigenlijk best interessant om na te gaan hoe dat precies zat. Maar een linkse schroef kan het volgens mij niet zijn geweest.
De Urmajo was een zusterschip van de Jola, dat wil zeggen wat rompvorm betreft; er waren wat kleine, onbelangrijke verschillen. Het waren de eerste kusters met een dubbele bodem. Ik begon in 1951 op de Jola die toen inmiddels Jan Kreumer heette. Daar stond een 4-cilinder 4-takt Deutz van 195 pk in en die had er ook gewoon een vierbladige rechtse schroef achter hangen. Die trilde niet. Wijlen loods Bos uit Delfzijl heeft in de vijftiger jaren een prachtig model van de Jan Kreumer gebouwd. Ik zat toen net in Delfzijl op school voor mijn 3e rang en ben toen een paar keer bij hem thuis geweest omdat ik in de tweeënhalf jaar dat ik daar aan boord had gezeten nogal wat foto's had gemaakt waarop hij bepaalde details goed kon zien. Dat was een geweldig scheepsmodellenbouwer, die Bos. Het fraaie model van de eerste Kroonborg dat bij Wagenborg op kantoor stond was ook van hem. De Blauwe Wimpel heeft meerdere malen aandacht aan hem besteed, maar helaas heb ik die nummers niet meer.