Herinneringen van "teerkwast".

Alles over binnenscheepvaart
Wrijfhout
Berichten: 8843
Lid geworden op: 30 dec 2004 17:24

Re: Herinneringen van TEERKWAST

Bericht door Wrijfhout »

Afbeelding
Gescharrel met een sleepschip door de stad Antwerpen was geen zaak van haastige spoed. Voor je binnen was in het oude dok, doorgestoken naar het Willemdok, een bocht van 90 graden had gemaakt om in de Kattendijk te komen was je wel even bezig. Hier een luchtfoto uit de jaren zeventig van het Kattendijkdok.

Carrière in vogelvlucht

Voor ik een uitgebreide beschrijving ga geven van een reis met een groot sleepschip naar boven zal ik jullie eerst in het kort vertellen hoe ik als schippersjongen uiteindelijk meubelmaker ben geworden. In de periode dat ik op sleepboten zat ben ik wel eens uitgeleend om als aflosser op een motorschip te varen. Dat was meestal een vriendendienst wanneer een bekende of zoon van de kapitein door ziekte met zijn personeel omhoog zat. Zo heb ik wel eens bij Van Weelden op de toen nog nieuwe Edison gevaren en op de Leon 2 van Pols, dat waren kennissen van Cor Hogerhuis bij wie ik toen op de Alcor 2 voer.

Afbeelding
De Leon 2 van Pols waarop Bart kort afloste...

Nadat ik bij Gerrit Rigter van de Meeuw kwam ben ik naar de Kairos van Reinarz gegaan met schipper Van Dongen. Dat was een kanaalschip van 80 x 9.50 meter, 1366 ton groot, in 1936 gebouwd bij Schram in Bolnes. Veel ligwerk in de Waalhaven op steiger 7 en 8. Vaak met sojabonen of copra. Maar ook wel met kolen naar het Rhein Hernekanaal. Daarna kwam ik bij Jan Keller op de Sirius, een 1200 tonner. In die tijd ook veel ligwerk, in Mannheim of de Waalhaven. Daarna naar de Fidelitas van De Vries, een schip van 90 meter en 1800 ton groot. Dat werd geen succes en daar ben ik dan ook niet lang geweest. Al gauw daarna zat ik op de Myriam van Rensen, een 2400 tonner. Kan je nagaan wat een werk we daar hadden, al die 16 ruimen en dat gesjouw met de planken die er op lagen, de merkels en de noodscheerstokken... Gelukkig deden we veel ligwerk en hoefden we niet iedere week open en dicht leggen en vervolgens twee dagen ruimen vegen als we leeg waren...

Afbeelding
De Sirius van Jan Keller...

Afbeelding
Dit was het laatste sleepschip waar Bart op voer. De Maxus is de voormalige Myriam, gebouwd onder de naam Atlas 8.

Na de sleepschepen kwam het tijdperk van de motorschepen. De eerste was de Dymphna van Van Laak, een 80 meter kanaalschip met 2 x 400 pk GM, darvvan herinner ik me dat we eens een reis petroleumcokes, wat niet veel anders is dan roet, hebben gedaan. Nadat we hadden geladen zijn we drie dagen en nachten niet in de roef geweest, niks anders gedaan dan boenen. Onze roef hadden we net een week tevoren in de witte lak gezet en die was toen grijs... Vervolgens de Albema van Theuns, toen nog een nieuw motorschip, 85 meter bij 8.20 meter, 1200 ton en een 750 pk direct omkeerbare Deutz. In mijn tijd was dat één van de snelste schepen op de Rijn, we liepen op de Waal 12 kilometer, en als we de pijp in gingen, het Prinses Margrietkanaal, dan moesten we de kar af en toe stil zetten anders liepen we te hard.

Afbeelding
De Albema van Theuns in de jaren tachtig als Deo Confidentes in Groningen gefotografeerd.

Na de Albema kwam de Koos van Adriaanse, 1600 ton met een 1350 pk M.A.K. van 1200 toeren. Omdat er steeds meer nieuwbouw kwam, in mijn ogen 'strijkijzers', werd de concurrentie groter en moesten ook wij dag en nacht varen. Toen dacht ik bij m'n eigen: "Nu is het mooi genoeg geweest, ik ga aan de wal..."
Dus ik ging solliciteren bij de havendienst, maar ik was nummer 24, dus dat werd hem niet. Toen bij Smit op een havensleepboot, 16 uur op, 16 uur af, en maar wachten tot er wat te doen viel. 's Nachts ging dat nog wel maar overdag duurden de uren wel lang. Een paar boten waar ik op gevaren heb: de Argonaut, de Astronaut en daarna kwam ik op de Pernis.

Afbeelding
Havensleepboot Pernis, in 1957 gebouwd door De Haas in Maassluis. In 1984 ging de boot naar Groningen en kreeg de naam Nereus, toen was de eigenaar Hanzestad Hijwerken. Nu is de boot eigendom van Machinefabriek Hunfeld in Farmsum.

Daarna ben ik nog een poosje in de bunkerdienst geweest, maar daar ging het meestal zo: overdag liggen kijken wie er aan de beurt was en 's nachts mocht ik het schip alleen lossen. Dat had ik snel bekeken. Ik heb me laten omscholen tot timmerman en ben uiteindelijk meubelmaker geworden en dat doe ik nog met heel veel plezier. Als anderen 's nachts op hun scherm zitten te turen ligt deze jongen lekker in bed.

Toen die zwaaiende bezems aan boord kwamen was het met rust en regelmaat gedaan. Tien uur voorgeschreven nachtrust, wie kan zich dat nu nog voorstellen. Gelukkig heb ik alle facetten van het vak nog meegemaakt: strangen uitgeven, strangen aanpakken, strangen vissen, strangen losmaken en dat met gevaar voor eigen leven! Luiken sjouwen, ruimen vegen, soms twee dagen aaneen. Wij hadden geen 300 pk boegschroef in het voorschip, het enige dat wij hadden was marifoon... Verder werd alles op een sleepschip met lierdraadjes gedaan. Als wij met de Myriam in Antwerpen in het Oude Dok gingen hadden we maar één meter over, en dat met een sleepschip. In de sluis: afstoppen op elke bolder die je pakken kon, dat was varen, dat deed je als team, dat was vakmanschap. Later zal ik jullie vertellen wat er al zo kijken kwam op een reis naar boven met de Myriam.

wordt vervolgd
"Het forum is net een lopend buffet; je neemt wat je lekker vindt en wat je niet lust laat je liggen..."
Westeind
Berichten: 4727
Lid geworden op: 23 jun 2007 16:03
Locatie: m/s westeind

Re: Herinneringen van TEERKWAST

Bericht door Westeind »

Mooi vehaal zo ...
Maar nu zijn we met zn allen wel nieuwsgierig naar die "Gobo" natuurlijk....nooit van gehoord zo,n dekschuit van 15 m breed 8)

grt Bram
vaar om te leven (niet andersom)
Kees Keijzer
Berichten: 9008
Lid geworden op: 16 mar 2005 09:49
Locatie: Papendrecht

Re: Herinneringen van TEERKWAST

Bericht door Kees Keijzer »

Die "Leon II" is later ik dacht de "Geertruida" van Driedijk geweest.
En hier onze 235 pk Stork' 600 r.p.m.
5 cyl. uit 1956.
Afbeelding

Uploaded with ImageShack.us
Gr, Kees.
Als het niet gaat zo als het moet, moet het maar zo als het gaat.
Afbeelding
Wrijfhout
Berichten: 8843
Lid geworden op: 30 dec 2004 17:24

Re: Herinneringen van TEERKWAST

Bericht door Wrijfhout »

westeind schreef:Mooi vehaal zo ...
Maar nu zijn we met zn allen wel nieuwsgierig naar die "Gobo" natuurlijk....nooit van gehoord zo,n dekschuit van 15 m breed 8)
grt Bram
Afbeelding
Gobo, met dank aan Jan Verduijn

gr. Harry
"Het forum is net een lopend buffet; je neemt wat je lekker vindt en wat je niet lust laat je liggen..."
zoetwatermatroos
Berichten: 803
Lid geworden op: 04 aug 2008 22:34
Locatie: Loon op zand

Re: Herinneringen van TEERKWAST

Bericht door zoetwatermatroos »

Heb met veel intressen dit nieuwe onderwerp zitten lezen.
Ga vooral zo door met plaatsen zou ik zeggen. Machtig mooi om te lezen en te bekijken van foto's uit een tijd die ik nooit heb meegemaakt.
Simpel weg ik bestond nog niet :lol:
Schipper MTS Vosta
teerkwast
Berichten: 3842
Lid geworden op: 12 nov 2010 20:41
Locatie: vlaardingen

Re: Herinneringen van TEERKWAST

Bericht door teerkwast »

kees wat een grote motor voor zo weinig vermogen open koppen zo te zien elke 2 uur smeren
Afbeelding
Kees Keijzer
Berichten: 9008
Lid geworden op: 16 mar 2005 09:49
Locatie: Papendrecht

Re: Herinneringen van TEERKWAST

Bericht door Kees Keijzer »

Klopt, Bart, elke twee uur naar beneden in 1979 gereviseerd en in 1998 met de sloop van het schip in een recreatie sleepboot gezet en draaid nog altijd. Een oerdegelijk Nederlands product.
Gr, Kees.
Als het niet gaat zo als het moet, moet het maar zo als het gaat.
Afbeelding
Wrijfhout
Berichten: 8843
Lid geworden op: 30 dec 2004 17:24

Re: Herinneringen van TEERKWAST

Bericht door Wrijfhout »

Een reis met de Myriam naar boven.

Eerst de Myriam maar even voorstellen. Het is een sleepschip van dik 2400 ton met een lengte van ongeveer 104 meter en een breedte van 12 meter. De holte bedraagt ca. 2.80 meter. Het schip heeft 12 ruimen en werd in 1930 gebouwd. Opdrachtgever was destijds N.V. Handel- Expeditie- en Scheepvaartmaatschappij Atlas in Dordrecht. De Myriam is gebouwd met de naam Atlas 8 en had nog twee zusterschepen: de Atlas 7 en de Atlas 12. Toen Bart Wernke op de Myriam voer waren de beide andere schepen ook nog in de vaart en wel onder de namen Flotille en Myosotis. De Myriam was eigendom van de heer Rensen.

Afbeelding

Het is 15 september 1972, we liggen in Rotterdam in de Waalhaven als 15e schip op steiger 8 in een rij van 23 sleepschepen. Op die dag ben ik in ruim zes aan het werk met het repareren van de buikdenning. We zijn een week eerder leeg gekomen van een lading erts. Dat heeft de nodige gaten in de buikdenning opgeleverd. De ruimen zijn inmiddels geveegd en schoon, we zijn klaar om een nieuwe lading in te nemen. Terwijl ik bezig ben om met in teer gedoopt touw de laatste kieren met een plamuurmes dicht te maken hoor ik voetstappen in het gangboord die mijn kant op komen. Het is de schipper die terugkomt van de beurs. Hij steekt zijn hoofd door een half openliggend luik en zegt: "Dat ziet er goed uit Bart, kom je zo naar achteren, we zijn aan de reis."

Afbeelding
Eind jaren tachtig was het aandeel binnenschepen in de vloot al aardig geslonken. De laatsten 'der Mohikanen' liggen hier in de Waalhaven.

Dan weet je dat er ander werk op je af komt, ik stop m'n spulletjes in de puts waarvan ik het touwtje over de den heb laten hangen zodat ik m'n gereedschap makkelijk aan dek kan halen en klim met het teerpotje in m'n hand langs de zware houten ladder naar boven. Berg vervolgens het gereedschap en de teerpot op in het middenherft en ga naar achteren waar de schipper op mij wacht. Langs een steil trapje kom ik in het stuurhuis waar de schipper al aan een bakkie thee slaat de slurpen. Dan zegt hij: "We gaan laden in de Vulcaanhaven, aan de Aegadir, 2400 ton fosfaat voor Wesseling, de havenboot komt over twee uur." En of ik alles maar even klaar wil maken zodat we er tussenuit kunnen. Als eerste loop ik naar de voorroef van de matroos van het schip dat naast ons buitenop ligt. Dat deed ik meestal zo, je ging naar de matroos, niet naar de schipper om te zeggen dat je er tussenuit wilde. De matroos vroeg of ik voor en achter een lierdraadje naar de buurman aan de binnenkant van ons wilde trekken. Dat doe je, ik loop terug naar boord en klim op het potdeksel van de voorboeiing en wacht naast de kranenbalk tot de buurman mij een werplijntje opgooit. Daarna klim ik in de kranenbalk, schuif voorzichtig naar voren, en werk de werplijn over het neuringkettingblok en de vloeien van het boeganker. Daarna schuif ik weer terug en spring met de lijn in de hand op het potdeksel aan de andere kant van de kranenbalk en stap vervolgens bij de buurman in het gangboord en loop naar voren naar de bolders. Ondertussen heeft de buurman aan de buitenkant een lierdraadje aan de werplijn vastgemaakt. Die haal ik naar mij toe door hem onder de Myriam door te trekken en leg de strop om de bolder van de binnenbuurman. Het lierdraadje hangt nu met veel loos onder ons schip zodat wij er straks zonder dat er iets blijft haken overheen kunnen varen. Achterop volgt ongeveer hetzelfde ritueel. Als wij er straks tussenuit gaan hoeft de buurman alleen het achteranker te laten vallen en met het anker en de lieren kan hij het hele spul zo weer langszij van de andere schepen draaien. Als ik dit zo vertel dan moet je wel even bedenken dat er voor en achter ons ook zo'n rij van pakweg 25 sleepschepen lag. Tussen de rijen was gelukkig ruimte genoeg om er op de manier tussenuit te komen zoals ik beschrijf.

Afbeelding
"Ik klim in de kranenbalk en schuif langzaam naar voren..."

Afbeelding
Een schepenrij in de Waalhaven gezien vanaf het m/s Drechtstad van schipper Schouwstra. In het verlengde van het gangboord is een stukje zichtbaar van het sls. Myosotis, zusterschip van de Myriam.

Ondertussen gaan de schipper en ik openleggen. Voordat de Myriam helemaal open ligt en laadgereed is ben je drie uur aan het sjouwen met de 224 luiken, 252 merkels en 42 scheerbalken. Dat deden we als volgt: de schipper liep in het gangboord en ik boven over het kapdeksel van de scheerbalk. Dat was routinewerk, je had meestal van die dikke leren draadwanten aan, dat verminderde het risico om ergens met je klauwen tussen klem te raken.
De schipper pakte het luik met zijn linkerhand terwijl de rechter automatisch de zegelklep van het versluitoog schoof. Dan het luik optillen en ongeveer tien centimeter naar achteren trekken waarna ik met het luikenhaakje het luik op kon lichten. Vervolgens sjouwden we het naar het tussenherft waar we de luiken op elkaar stapelden. Hoe hoger de stapel werd des te meer spierkracht je nodig had. Vergeet niet dat die luiken en merkels 5 meter lang waren en enorm zwaar. Dat is ook de reden dat wij noodscheerbalken hadden, anders zouden de luiken veel te veel doorhangen. Door zo'n extra scheerbalk kon je goed deklast op de luiken zetten, een vrachtauto meenemen was voor ons geen probleem.
Als we één kant van een vakje hebben opengelegd laten we de merkels eerst liggen zodat de scheerbalk nog stevig ligt. Mocht je onverhoopt van het kapdeksel vallen dan heb je altijd nog een kleine kans dat je je vast kunt grijpen aan een merkel en niet te pletter valt in het lege ruim. Het was altijd link als je bovenaan liep en een helft van het vak al open lag. Zo'n scheerbalk was maar dertig centimeter breed. Als je een luik had aangepikt had die altijd de neiging naar je toe te komen waardoor je je evenwicht kon verliezen. Als alle luiken gestapeld waren kwamen de merkels er op, vervolgens werd zo'n stapel luiken en merkels gezekerd met een merkeltouw. Die merkels waren trouwens ook loodzwaar. Die kon je alleen maar over ander merkels richting luiken schuiven. Daarom waren ze aan de bovenkant van onderen iets afgeschuind, daardoor schoof je ze ook makkelijker in de merkelgaten van de scheerbalk. In een scheerbalk zaten achttien merkelgaten. Een merkel was aan de bovenkant hol, dat was een zogenaamd merkelgootje waardoor het regenwater van de twee daarop rustende luiken wegliep.

Afbeelding
De imposante stapel luiken en merkels verraden het vele werk wat gepaard ging met het open en dicht leggen van een groot sleepschip.

Terwijl we bezig zijn met het volgende ruim zien we in de verte de Mars IV aankomen. "Waarschuw jij de buren" zegt de schipper. Dat doe ik en de schipper gaat naar achteren terwijl de havenboot aan komt varen en een stoot op de luchthoorn geeft om ons te waarschuwen, maar dat was niet nodig want we hadden hem al gezien. Onze schipper vertelt de kapitein waar we moeten laden en op welke boot. Hij geeft een sleepdraad aan de havenboot en zet deze vast op de buitenste kontbolder, gooit vervolgens achterop alle meerdraden los en legt deze in het gangboord. De buurman buitenop heeft achterop ook losgemaakt en laat zijn achteranker vallen. Ondertussen begint de boot langzaam dwars van ons te trekken en de buurman viert z'n ankerketting en lierdraad totdat de buitenste rij schepen ver genoeg is uitgewaaierd om er tussenuit te komen. Dan zegt de schipper: "Lekko!' en maakt een bekend handgebaar en ik gooi het laatste steekeind los. Ondertussen staat de boot recht achter onze kont en trekt ons achteruit over de lierdraad van de buren. Mijn schipper roept dat ik het anker klaar moet houden. Met een dekstopper sla ik de schijf los en draai ook de vang iets los. Terwijl we langzaam achteruit varen en in vrij water komen gebaart de schipper "Lekko!' waarna ik de vang helemaal losdraai en het anker met donderend geraas uit de kluis valt.

Afbeelding
Onklaar stokanker...

De buurman buitenop heeft inmiddels zijn ankerliermotor achterop op gang gegooid zie ik tussen de bedrijven door. De ketting wordt binnengedraaid en met de strak getrokken lierdraadjes worden de twee rijen schepen weer naar elkaar toegetrokken, de meerdraden belegd en de loopplank uitgelegd. Er is weer rust en één concurrent minder op de beurs.

Terwijl de boot achterop losmaakt en naar voren komt tref ik voorbereidingen om het anker weer op te draaien. Als de schipper roept: "Draai um er maar uit", gooi ik de kap van de ankerliermotor open en draai de lonthouder uit de watergekoelde liggende Deutz. Vervolgens doe ik een lontje in de lonthouder en draai die weer in het blok. Met het handeltje van de kleplichter omhoog, zodat er geen compressie boven de zuiger ontstaat, begin ik met alle kracht aan de slinger te draaien en als het vliegwiel voldoende snelheid heeft laat ik de compressiehandel los en met veel getril en geschud komt de Deutz in een wolk van blauwe rook tot leven. Met de dekstopper sla ik de schijf vast en draai de vang los. Als alles goed voor z'n werk staat schakel ik de koppeling in en de Deutz begint in te houden, hij blaft als een astmapatient: baf, baf, baf, terwijl de grote rood geschilderde schijf als hij gaat draaien begint te miepen... Het monotone geklik van de zwart gelakte zware pallen overstemmen de andere geluiden. Aan de motor die makkelijker begint te lopen kan ik horen dat het anker zo boven water komt. Ik kijk over de kop en zie dan dat het anker verkeerd hangt, de klauwen staan tegen het schip. "Verdorie, dat zul je altijd zien." Dus, koppeling uit z'n werk, vang vast, schijf los en dan langzaam laten zakken. Vang vast, schijf vast, koppeling in en ja, nu komt hij wel goed boven. Als de schacht in de kluis draait moet de Deutz nog even een extra inspanning leveren en als de laatste decimeters van de schacht worden binnengedraaid kantelen de vloeien een beetje naar de buitenkant en nestelt het anker zich tegen de kop. De Deutz wordt bedankt en gestopt en na de laatste pufjes slaan de vliegwielen nog een paar keer heen en weer voor ze definitief tot stilstand komen. Met die Deutz met z'n twee vliegwielen was het wel uitkijken. Als je met de slinger geen snelheid genoeg had was de kans groot dat je de zuiger niet door de compressie drukte, dan sloeg de slinger terug en liep je de kans je pols of arm te breken. Daarom mocht je je duim ook nooit om de slinger slaan, maar altijd alle vijf vingers over de rol van de slinger houden. Als hij dan terugsloeg werd de slinger uit je hand geslagen. Beresterk waren die liggende Deutzjes, ze trokken bij wijze van spreken de lier van het dek, en met een lontje erin, altijd lopen, al was het nog zo koud....

Omdat in mijn tijd de Myriam veel ligwerk deed waren we maar met drie man aan boord, dat wil zeggen, de schipper en zijn vrouw en mijn persoon. Als we een reis naar boven maakten kregen we er in Lobith een hulpsman bij.

Afbeelding
Open liggende luiken, altijd uitkijken geblazen...


Inmiddels is het tijd om de sleepvlag te hijsen en de Mars IV kan trekken en ons naar de Vulcaanhaven slepen.

Terwijl de Mars zijn best aan het doen is loop ik naar achteren en schiet de draad, die nog in het gangboord ligt, op onder het stuurhuis. Ook de sleepdraad wordt opgeschoten, zo, dat alle slagen netjes over elkaar heen liggen en de draad veilig weg kan lopen. Onder het werk kijk ik om mij heen en zie het grote hoefijzer dat rechtop in het water staat. Daar kunnen schepen onderdoor varen en gedemagnetiseerd worden. Daar werd in de jaren na de oorlog veel gebruik van gemaakt omdat er toen nog veel magnetische mijnen in de zee dreven. De Acadia Forest ligt ook binnen, via het achterschip worden de lash-bakjes gelost, nooit een succes geworden die drijvende overmaatse containers. De havenkades aan de Sluisjesdijk zijn bezet met zeeschepen en lichters, om in haventaal te blijven. Ook van de Brink heeft het druk en op Heiplaat bij de R.D.M. zijn ze met nieuwbouw en reparatie bezig. In Dok 10 ligt de Rotterdam zie ik en wordt vervolgens direct uit mijn dagdroom gewekt door de boot die aan de havenmond is gekomen en drie lange en twee korte stoten op de luchthoorn geeft en vervolgens draaien we langzaam bakboord uit de Nieuwe Maas op. Als we helemaal op stroom zijn en er niks in de weg is verlaat ik mijn post bij het anker en ga verder met openleggen. Dat wil zeggen, ik ga de merkels op de luiken leggen en begin in het midden. Daarbij sta ik in het gangboord en til met beide handen een merkel op en trek hem ongeveer een halve meter naar achteren. Dit kan alleen maar doordat wij een extra scheerbalk hebben, anders kan je zo'n merkel niet houden. Nu ga ik met volle gewicht op het overstekende eind van de merkel hangen en draai hem richting luikenstapel, Dan schuif ik hem over de andere merkels naar de stapel en daar haal ik hetzelfde trucje nog een keer uit. Merkel over de den, er op hangen, draaien en de punt van de bovenkant op de stapel. Het is maar een slag...

Afbeelding
Een kleine indruk van het indrukwekkende aantal luiken en merkels van de Richard V. Goed zichtbaar is hoe de hoofdscheerbalk wordt weg gedraaid en de hulpscheerstok tegen de den ligt.

Ondertussen schuiven we langs de Merwehavens waar het erg druk is. Op de kop van een van de havens ligt en witte fruitboot, zo'n bananenjager. In de 2e Merwehaven zie ik een grote Japanner, die hebben altijd een naam die op Maru eindigt. Bij scheepswerf De Nieuwe Waterweg ligt een bekende, de Fidelitas van De Vries. We varen verder langs de Maasboulevard in Schiedam en naderen het roeiersgebouw. Ondertussen komt de Dockyard V van de R.D.M. ons tegemoet, er staan veel mensen aan dek. De boot stoot wolken zwarte rook de lucht in en schiet achter ons langs en blaast oorverdovend hard op de stoomfluit. Aan de kade liggen boten van Smit met de bekende gele en zwarte banden om de pijp op wacht. De Spitsbergen komt aangehobbeld om zich bij hen te vervoegen. Overal is het druk, bij Gusto en bij de scheepsstoomcleaning, ja waar niet? We naderen het havenhoofd in Vlaardingen, en zie dat de veerpont voor de sleepboot langs schiet. Als de wind in de andere hoek had gezeten had ik nu misschien wel de geuren van het Chinese restaurant opgesnoven. Tijd om naar voren te gaan en te controleren of het anker klaar staat. We zijn ter hoogte van de Vulcaanhaven en de boot heeft inmiddels een paar tandjes terug genomen. Hij geeft drie lange en één korte stoot en zo varen we over stuurboord de haven in. De Mars IV heeft de regulateur dicht gedraaid en zo drijven we langzaam richting Frans Swarttouw. Daar liggen twee boten voor de kant. De eerste is de Aegadir met een Damco langszij. Dat is de boot die wij ook moeten hebben.

Afbeelding
Vlaardingen Vulcaanhaven

wordt vervolgd
"Het forum is net een lopend buffet; je neemt wat je lekker vindt en wat je niet lust laat je liggen..."
Wrijfhout
Berichten: 8843
Lid geworden op: 30 dec 2004 17:24

Re: Herinneringen van TEERKWAST

Bericht door Wrijfhout »

INTERMEZZO
Afbeelding
Schiedam, Maasboulevard...

Afbeelding
Sleepboten op wacht...

Afbeelding
Vlaardingen, de Spidoboot werd vast niet gebruikt als rondvaartboot, maar voor het vervoer van havenarbeiders denk ik?

Afbeelding
Gezicht over de Maas met aan de overkant hotel restaurant De Maas, de huidige Chinees...
Op het wegvarende bootje zie ik de letters RVE, is de betekenis misschien Roeiers Vereniging Eendracht?

Afbeelding
Sleepboot Assistent aan de kop van de haven...

Afbeelding
Vlaardingen vanuit de lucht, de Vulcaanhaven is net niet zichtbaar, wel de Kon. Wilhelminahaven en de Oude haven...

gr. Harry
"Het forum is net een lopend buffet; je neemt wat je lekker vindt en wat je niet lust laat je liggen..."
Pieter Boers
Berichten: 1032
Lid geworden op: 30 dec 2004 22:28
Locatie: Streefkerk

Re: Herinneringen van TEERKWAST

Bericht door Pieter Boers »

Vulcaanhaven van bovenaf gezien.

Afbeelding
Groeten,

Pieter


Afbeelding
Plaats reactie