Jan, wat jouw opmerkingen over te veel meenemen betreft of in elk geval telkens een beetje meer: daar heb je wel gelijk in. Nu kon het in de zomer natuurlijk heel wat velen en met een deklast gezaagd hout van boord tot boord krijg je nooit een
gevaarlijk schip. Wel onhandelbaar en als je hartstikke scheef lag, kwam je ook het Kielerkanaal niet door, maar toch viel dat over het algemeen allemaal wel mee.
En ja: een gezonde competitie was er inderdaad. Ook - of misschien vooral - bij rederijen waar het geen kwestie van geld was, voor de kapitein, dus. We voeren dan wel voor kaplaken, maar met die gulden of zo die je per standaard kreeg, zette vijf standaard meer natuurlijk ook geen zoden aan de dijk. Daar wilde je geen ellende voor hebben. Voor een eigenaar lag dat uiteraard heel anders; daar was 10 standaard extra een leuke cent. Maar als hij vervolgens ergens moest gaan liggen omstouwen, was de winst snel weer weg.
Er is een tijd geweest dat ook de
vrachtpenningen verzekerd waren en toen verloren merkwaardig veel schepen een deel van hun deklast.
Later was dat afgelopen.
Als je een rederij had met een hele serie schepen van hetzelfde type, zoals die 500-tonners bij Wagenborg, dan kreeg je uiteraard competitie. Dat was gewoon een leuke sport en ik kan me geen enkele gevaarlijke situatie herinneren. En nogmaals: dat kon natuurlijk alleen maar in de zomer; 's winters was je gebonden aan de maximum deklasthoogte van 1/3 van de breedte.
Je schip overladen werd je bij Wagenborg ernstig aangerekend, in tegenstelling tot Spliethoff, waar het werd gestimuleerd of zelfs verplicht. Probeer me niet te vertellen dat het niet waar is, want er zijn voorbeelden te over. Wie heeft er niet meegeluisterd en er het zijne van gedacht als een kapitein van Spliethoff via Scheveningen Radio door kantoor werd uitgefoeterd? Ik weet ook nog door wie.
Toen Spliethoff een tijdlang door de Finse havenarbeiders werd geboycot, moesten wij het merendeel van die ladingen overnemen. Ik kwam met de Prinsenborg ergens om een partij te laden die bestemd was geweest voor een schip van Spliethoff dat kleiner was dan de Prinsenborg, maar ik kon het werkelijk niet meenemen en ik was toch niet zo benauwd. Let wel: dat waren dus al pakketten waarbij je je stabiliteit veel meer in de gaten moest houden dan bij een gladdekker met los hout.
Ook herinner ik me een schip van Spliethoff dat in Hamina los hout lag te laden en maar steeds meer en meer nam. Of waren het al pakketten? Ik weet het verdomd niet meer. Opvallend veel, in elk geval.
De stuurman kwam een praatje bij ons maken en dus vroegen we hem ernaar. Hij was er vrij onverschillig onder en zei dat hij nu al had uitgerekend wanneer en waar ze scheef zouden vallen - hij sprak van omsodemieteren. Hij moest naar de westkust van Engeland en ging om de noord, door de Pentland. Die stuurman had gelijk: ze lieten uiteindelijk een deel van de lading op de Hebriden achter. Waarschijnlijk kon het in een dergelijk geval op averij grosse worden gegooid. Ik meen dat het voor de Raad is gekomen. Dat is nu allemaal anders - neem ik aan en hoop ik.
Ik moest in de winter een partij gezaagd hout laden in zuid-Zweden, in Ahus of in Ystad, ik weet het niet meer. Het was loodzwaar hout, jong, nog nat, de vogels nestelden er bij wijze van spreken nog in. Ik kon dus maar erg weinig meenemen. Het was bestemd voor Engeland. Toen we de Elbe afkwamen, werd het boos weer en we maakten maar weinig voortgang. Ik zat net voor de Eems toen de weerberichten met storm, mogelijk zware storm begonnen te dreigen, dus dat was links uit de flank de Eems op en naar Delfzijl waar we aan het plankpad kwamen te liggen. Ik naar kantoor om mijn gezicht te laten zien. Ik sta bij de nautische dienst en daar zijn zowel Egbert als Wim Vuursteen. We maken een praatje en ik vertel dat ik teleurstellend weinig lading mee had kunnen nemen.
"Ik kon echt niet meer hebben," zei ik, "terwijl ik toch op mijn merk vertrokken ben."
Toen kreeg
ik ze daar uitgemeten. Of ik niet wist dat ik met hout niet op mijn merk mocht vertrekken, maar rekening moest houden met gewichtstoename. Ik dacht eerst dat ze een geintje maakten, maar ze
meenden het! Toch had ik dat maar liever, dan wist je tenminste waar je aan toe was.
Je schip overladen deed je
zelf en daar deed ik niet aan mee. Ook niet met kunstmest vanaf de Staalhaven en ook niet met kolen vanuit het Bristol Kanaal. "Nog maar één wagon, kapitein, kom nou!"
Nou gooi hem maar lekker thuis in de tuin. Als je meer wilt laden, moet je een groter schip nemen.
Maar met los hout in de zomer... mooi man!
Toch kan ik de keren dat ik in al die jaren met een 500-tonner 200 standaard heb meegenomen, op de vingers van één hand tellen. Bij anderen leek dat veel vaker het geval te zijn;
leek, zeg ik.
Vandaar dat ik als aflosser al die voorgaande houtreizen nakeek om te weten wat ze nu wérkelijk meegenomen hadden.
Dus vandaar dat ik al die gegevens nu nog heb.
.[/i]