Re: Op zoek naar bemanningsleden e.d.
Geplaatst: 28 dec 2017 21:30
Dag Els, Als ik de kranten zo lees was het een raar zaakje. Bijvoorbeeld de Leeuwarder Courant van 30 november 1954. Daar staat ook de bemanningslijst bij, maar met een andere kapitein dan jij noemt:
ROTTERDAMSE KUSTVAARDER MET 11 MAN AAN BOORD WORDT VERMIST Liberiaans schip zag hem zinken, maar bood geen hulp....
Aangenomen moet worden, dat tijdens de zware stormen, die in het afgelopen weekeinde op het noordelijk deel van de Atlantische Oceaan woedden, de Nederlandse kustvaarder ~Carpo" ter hoogte van de zuidwestpunt van Engeland in de golven is verdwenen. De „Carpo", die 494 ton meet en eigen is aan de N.V. Maatschappij ~Zeevaart" (Hudig en Veder) te Rotterdam, had elf man aan boord. De stoffelijke overschotten van twee opvarenden zijn door een Britse reddingboot gevonden vijftien mijl oost van Kaap Lizard; men heeft de hoop op redding van de overige negen leden der bemanning opgegeven.
Het is naar alle waarschijnlijkheid de „Carpo" geweest, die men van het IJheriaanse schip „Casino" af in de golven heeft zien zinken. Hoewel de "Casino" het in nood verkerende schip tot op vijftig-zestig meter is genaderd en de mensen van het zinkende schip af al in zee sprongen in de veronderstelling, dat zij zouden worden gered, liet de Duitse kapitein doorvaren. Drie en twintig leden van de, eveneens Duitse, bemanning van de „Casino", die inmiddels in Vlaardingen is gearriveerd, hebben zich hierover zo geërgerd, dat zij bij binnenkomst in de Nieuwe Waterweg hun dienstverband hebben opgezegd.
Zoals wij reeds eerder berichtten, hebben de opvarenden van de „Casino" in de nacht van Vrijdag op Zaterdag op ongeveer zeventien mijl van kaap Lizard een schip zien zinken, waarvan zij de grootte schatten op ongeveer duizend ton. Het schip had volgens de opvarenden een zwarte schoorsteen met een witte band en een blauwe ster en deze beschrijving klopt inderdaad met die van de „Carpo". Twee leden van de bemanning van de Casino hebben in Vlaardingen aan een ANP-verslaggever verklaard, dat zij zagen, dat twee opvarenden van het zinkende schip zich in een der reddingsloepen had begeven. Zonder daartoe order te hebben ontvangen, draaiden de bemanningsleden van de „Casino" bij. zodat men het andere schip tot op 50 a 60 meter naderde.
De kapitein, noch een der officieren die zich met hem op de brug bevonden, gaven echter order om bij te draaien of hulp te verlenen, aldus deze zegslieden. Uit eigen beweging maakte de bemanning toen lijnen en een loodssloep gereed en richtte een schijnwerper op zee. Terwijl op het zinkende schip mensen naar het achterdek liepen en in zee sprongen, werd een lijn uitgegooid, doch er werd doorgevaren en de afstand tussen belde schepen werd steeds groter.
Volgens deze zegslieden was er voor de "Casino'' zelf geen gevaar. Het personeel van de machinekamer had maatregelen genomen om olie op de golven te werpen wanneer de zee te ruw mocht worden.
Duitse bemanning neemt ontslag
De 23 leden van de bemanning, die zich zo aan de gang van zaken hebben geërgerd, dat zij bij binnenkomst in de Nieuwe Waterweg hun dienstverband hebben opgezegd, hopen, dat hun rechtskundige bijstand zal worden verleend, indien hieruit moeilijkheden voor hen mochten voortvloeien. Gisteravond deden zij nog hun werk. Naar verluidt, zullen zij vandaag een klacht indienen bij de Liberiaanse consul in Rotterdam. De ANP-verslaggever heeit zich niet in verbinding kunnen stellen met kapitein of officieren van de „Casino". Het verblijf op het schip werd hem ontzegd.
De stoffelijke overschotten van de twee zeelieden, die Zondag door een Britse reddingboot in Falmouth aan wal zijn gebracht, konden aanvankelijk niet worden geïdentificeerd, omdat men geen papieren op hen vond. Nederlandse zeelieden, die toevallig in Falmouth waren, herkenden één van de stoffelijke overschotten als dat van de 27-iarige matroos A. van Drongelen van de „Carpo", met wie zij enige maanden geleden gevaren zouden hebben. Aangenomen moet worden, dat de tweede schipbreukeling eveneens van de Rotterdamse kustvaarder afkomstig is.
De bemanning
De bemanning van de „Carpo" bestond uit de volgende personen: de 63-jarige kapitein A. Douw uit Krimpen aan de Lek; de 24-jarige eerste stuurman J. ter Voort uit Amsterdam; de 22-jarige tweede stuurman H. Loubert uit Geleen; de 32-jarige eerste machinist A. Peters uit Rotterdam; de 21-jarige tweede machinist I. Tessensohn uit Den Haag; de 18-jarige derde matroos T. Daalmeijer uit Schiedam; de 26-jarige kok M. Brasser uit Rotterdam; de 18-jarige matroos C. Keidenier uit Goes; de 27-jarige matroos A. van Drongelen uit Rolterdam; de 17-jarige matroos onder de gage H. Mulder uit Den Haag; de 15-jarige logiesjongen J. Schrammeiier uit Rotterdam en de 24-jarige C. Witkamp uit Rotterdam. De „Carpo" was van Swansea in Wales (lerse zee) op weg naar Amsterdam. Het schip had daar Maandagavond moeten aankomen.
ROTTERDAMSE KUSTVAARDER MET 11 MAN AAN BOORD WORDT VERMIST Liberiaans schip zag hem zinken, maar bood geen hulp....
Aangenomen moet worden, dat tijdens de zware stormen, die in het afgelopen weekeinde op het noordelijk deel van de Atlantische Oceaan woedden, de Nederlandse kustvaarder ~Carpo" ter hoogte van de zuidwestpunt van Engeland in de golven is verdwenen. De „Carpo", die 494 ton meet en eigen is aan de N.V. Maatschappij ~Zeevaart" (Hudig en Veder) te Rotterdam, had elf man aan boord. De stoffelijke overschotten van twee opvarenden zijn door een Britse reddingboot gevonden vijftien mijl oost van Kaap Lizard; men heeft de hoop op redding van de overige negen leden der bemanning opgegeven.
Het is naar alle waarschijnlijkheid de „Carpo" geweest, die men van het IJheriaanse schip „Casino" af in de golven heeft zien zinken. Hoewel de "Casino" het in nood verkerende schip tot op vijftig-zestig meter is genaderd en de mensen van het zinkende schip af al in zee sprongen in de veronderstelling, dat zij zouden worden gered, liet de Duitse kapitein doorvaren. Drie en twintig leden van de, eveneens Duitse, bemanning van de „Casino", die inmiddels in Vlaardingen is gearriveerd, hebben zich hierover zo geërgerd, dat zij bij binnenkomst in de Nieuwe Waterweg hun dienstverband hebben opgezegd.
Zoals wij reeds eerder berichtten, hebben de opvarenden van de „Casino" in de nacht van Vrijdag op Zaterdag op ongeveer zeventien mijl van kaap Lizard een schip zien zinken, waarvan zij de grootte schatten op ongeveer duizend ton. Het schip had volgens de opvarenden een zwarte schoorsteen met een witte band en een blauwe ster en deze beschrijving klopt inderdaad met die van de „Carpo". Twee leden van de bemanning van de Casino hebben in Vlaardingen aan een ANP-verslaggever verklaard, dat zij zagen, dat twee opvarenden van het zinkende schip zich in een der reddingsloepen had begeven. Zonder daartoe order te hebben ontvangen, draaiden de bemanningsleden van de „Casino" bij. zodat men het andere schip tot op 50 a 60 meter naderde.
De kapitein, noch een der officieren die zich met hem op de brug bevonden, gaven echter order om bij te draaien of hulp te verlenen, aldus deze zegslieden. Uit eigen beweging maakte de bemanning toen lijnen en een loodssloep gereed en richtte een schijnwerper op zee. Terwijl op het zinkende schip mensen naar het achterdek liepen en in zee sprongen, werd een lijn uitgegooid, doch er werd doorgevaren en de afstand tussen belde schepen werd steeds groter.
Volgens deze zegslieden was er voor de "Casino'' zelf geen gevaar. Het personeel van de machinekamer had maatregelen genomen om olie op de golven te werpen wanneer de zee te ruw mocht worden.
Duitse bemanning neemt ontslag
De 23 leden van de bemanning, die zich zo aan de gang van zaken hebben geërgerd, dat zij bij binnenkomst in de Nieuwe Waterweg hun dienstverband hebben opgezegd, hopen, dat hun rechtskundige bijstand zal worden verleend, indien hieruit moeilijkheden voor hen mochten voortvloeien. Gisteravond deden zij nog hun werk. Naar verluidt, zullen zij vandaag een klacht indienen bij de Liberiaanse consul in Rotterdam. De ANP-verslaggever heeit zich niet in verbinding kunnen stellen met kapitein of officieren van de „Casino". Het verblijf op het schip werd hem ontzegd.
De stoffelijke overschotten van de twee zeelieden, die Zondag door een Britse reddingboot in Falmouth aan wal zijn gebracht, konden aanvankelijk niet worden geïdentificeerd, omdat men geen papieren op hen vond. Nederlandse zeelieden, die toevallig in Falmouth waren, herkenden één van de stoffelijke overschotten als dat van de 27-iarige matroos A. van Drongelen van de „Carpo", met wie zij enige maanden geleden gevaren zouden hebben. Aangenomen moet worden, dat de tweede schipbreukeling eveneens van de Rotterdamse kustvaarder afkomstig is.
De bemanning
De bemanning van de „Carpo" bestond uit de volgende personen: de 63-jarige kapitein A. Douw uit Krimpen aan de Lek; de 24-jarige eerste stuurman J. ter Voort uit Amsterdam; de 22-jarige tweede stuurman H. Loubert uit Geleen; de 32-jarige eerste machinist A. Peters uit Rotterdam; de 21-jarige tweede machinist I. Tessensohn uit Den Haag; de 18-jarige derde matroos T. Daalmeijer uit Schiedam; de 26-jarige kok M. Brasser uit Rotterdam; de 18-jarige matroos C. Keidenier uit Goes; de 27-jarige matroos A. van Drongelen uit Rolterdam; de 17-jarige matroos onder de gage H. Mulder uit Den Haag; de 15-jarige logiesjongen J. Schrammeiier uit Rotterdam en de 24-jarige C. Witkamp uit Rotterdam. De „Carpo" was van Swansea in Wales (lerse zee) op weg naar Amsterdam. Het schip had daar Maandagavond moeten aankomen.