Verhalen van toen, "die goeie oude tijd".

van: www.kustvaartforum.com
Huug
Berichten: 849
Lid geworden op: 30 dec 2004 11:15
Locatie: Arkel
Contacteer:

Bericht door Huug »

Naast het gebruikelijke lading zoals sinaasappels en aardappelen , kregen we een 200 kistjes meloenen mee. Laadhaven Valencia de bestemming was Liverpool..
Een meloentje is natuurlijk nooit weg en zo ging keer op keer een kistje althans de inhoud richting achterschip. Gezien de hoeveelheid echter moest er toch wat op gevonden worden.
De lege meloenen kistjes werden dus opgevuld met Aardappelen. Bij lossing Liverpool was er geen vuiltje aan de lucht. Echter de reis daarop stond onze grote vriend van de bevrachting op de kade. De brave borst was even overgekomen uit Rotterdam om eens te kijken hoe het er aan toe ging. Na enkele neuten kwam DE vraag. Aaardappelen in Meloenenkistjes hoe is dat mogelijk. That,s the Question..Onze Ouwe zat er bij en keek mij aan met een voor veelzeggende blik. Niemand wist uiteraard hoe dat kon, het waren uiteraard de spanjolen in Valencia die de boel vernaggelden.

Huug
Albert

Bericht door Albert »

-------------------------------------------------Jan 5---------------------------------------------------------

Stappen met Jan is niet geheel en al van gevaar ontbloot.
Zeker niet wanneer hij aan zijn merk ligt.

Waarom?

Lees en huiver!

We bevinden ons in het Spanje van Generalisimo Franco en zijn fascistenbende.

De mannen gaan stappen.
Het ploegje bestaat uit: de ouwe, de stuurman, de eerste machinist, de tweede machinist (Jan), een van de matrozen en de kok.
Volgens de methode van in iedere bar één glas net zolang tot je het juiste stekkie vindt,
zwerven de mannen van kroegie naar kroegie en geven een goeie imitatie weg van een ploegje Heilsoldaten dat de “Strijdkreet”loopt uit te venten.
De maats slaan in het zoveelste kroegie hun glas achterover en maken aanstalten om te vertrekken.
‘Wie betaalt er?’
‘Laat mij maar’ zegt Jan die hem al behoorlijk heeft zitten.
De anderen gaan alvast naar buiten en duiken de volgende gribus in.
Ze bestellen ook gelijk voor Jan, die al vlot daarop binnenkomt zwaaien
Net voor de mannen naar het volgende kroegie vertrekken, komt de waard van de vorige keilewinkel binnen, gevolgd door twee smerissen.
Oh oh, Jan is weggelopen zonder te betalen!
De man loopt op Jan af en pakt hem bij zijn schouder en roept iets over “plata” en “ijo
de puta”.
Jan rukt zijn schouder los en geeft de waard een kopstoot tegen zijn neus.
Het bloed spuit er uit.
De smerissen dringen zich naar voren.
Jan neemt de boxhouding aan en doet ook een paar stappen naar voren.
De smerissen trekken zich terug naar buiten.
‘Wegwezen’ roept die ouwe, die nog nuchter is en de bui al voelt hangen.
Ze stormen door de deur achterin de bar, maar daar is alleen de pisbak en een opslagruimte, maar geen achteruitgang.
Dan naar de voordeur, maar daar buiten staat een smeris met getrokken pistool.
Hij zegt geen woord, maar de mannen hebben de boodschap begrepen, ‘binnen blijven tot mijn maat met versterking komt.’

Het duurt niet lang, voordat de mannen naar buiten worden geroepen.
Door een erehaag van een dozijntje smerissen met getrokken pistool, wandelen ze een overvalwagen in.
Het gaat er eigelijk heel gemoedelijk aan toe.
De smerissen lachen en maken geintjes met de boys, alsof het om een schoolreisje gaat.
Op het bureau aangekomen moeten ze bij de balie hun zakken leegmaken en alles afgeven, ook horloges sieraden en broeksriemen.
Vriendelijk worden ze verder gewenkt, door een gang naar achter en een grote gore ruimte in.
Er zijn geen vensters en het enige licht komt van een bull-ye aan het plafond.
De deur gaat dicht en het licht uit.
Het is pikdonker.
Hoelang het duurt?
Geen idee, zonder klokje in het duister verlies je elk gevoel van tijd.

Opeens horen ze dat de grendels worden weggeschoven.
Gelijk gaat het licht aan en wordt de deur opengesmeten.
Terwijl de maats nog verblind staan te knipperen tegen het felle licht, stormt er een ploeg van die fascistische klootzakken naar binnen.
Ze zijn gewapend met knuppels en beginnen meteen te rammen.
Dit hebben die sadisten meer gedaan.
Eerst komen de slagen keihard op de bovenarmen, om ze te verlammen.
Wanneer iedereen letterlijk geen hand meer kan optillen, zijn hoofd en nieren aan de beurt, met tussendoor een flinke trap in het kruis.
Zelfs als de maats uitgeteld op de grond liggen, gaan de schoften nog door.
Pas wanneer ze zelf geen adem meer hebben stoppen ze.
En met nog hier en daar een trap in de ribben, nemen ze afscheidt van hun slachtoffers.
De maats liggen al bloedend in het vuil op de grond, maar niemand die zich om hen bekommert.
De overhemden hangen in bloedige flarden op hun ruggen en ook stukken vel hangen erbij.
Langleve de totalitaire regimes!

De andere dag, na tussenkomst van het agentschap en het consulaat en na betaling van een krankzinnig hoge boete, mogen ze vertrekken.
Bij de balie moeten ze tekenen voor terugave van hun spullen, maar ontvangen alleen hun riemen en paspoorten.
Geld, ringen, kettinkjes, klokjes, sigaretten en aanstekers?
Nee hoor die hadden ze niet bij zich gehad.
En als iemand het daar niet mee eens is, mag hij er best nog een nachtje over na denken.
Bij het woord nachtje, wordt er richting gang geknikt.
Met net zo’n overvalwagen als de avond er voor, wordt het kreupele zooitje bij de gangway afgeleverd.
Jan die, misschien wel terecht, de meeste klappen heeft gehad, moet zowat aanboord gedragen worden.
Boven aan dek, hangend tussen kok en stuurman, draait Jan zijn hoofd naar de wal en zegt “de volgende keer sla ik iedere smeris die ik tegenkom helemaal verrot.”
Als door een wesp gestoken draait die ouwe zich om, met ingehouden stem, ogen als dolken en schuimblaasjes in zijn mondhoeken, bijt hij Jan toe, ‘De volgende keer? Ik schop nog liever je poten onder je reet vandaan dan dat ik je de wal op laat gaan, stuk ellende dat je bent.’


Albert
Albert

Bericht door Albert »

--------------------------------------------Spoorweg taal---------------------------------------------------

We varen in timecharter voor Fred Olsen tussen Oslo en Duisburg/Dusseldorff.
Het is de laatste reis en we liggen in Dusseldorf.
Een van de maats heeft een Duitse “verloofde”, die al een flinke tijd meevaart.
We gaan stappen, maar de “verloofde” wil niet mee, want ze kent het hier onderhand wel.
Onder het motto ‘vrijheid blijheid’, blijft ze maar aan boord.

Het wordt heel gezellig dus we zakken aardig door.
Vooral de “verloofde”van de Duitse “verloofde”gaat door tot hij lam is.
Het is tijd om aanboord te gaan, dus laten we een taxi komen.
De chauffeur wil ons wel meenemen, maar de doorgezakte “verloofde” komt er niet in.
Hij is bang dat zijn Mercedes ondergekotst wordt.
Hoe komt hij daar nu bij?
Een zeeman die aan de wal misselijk wordt en kotsen moet?
Hoewel…, in een taxi van zo’n grootbek zou je wel in de verleiding komen.
We houden de eer aan onszelf en na de man geadviseerd te hebben zijn wagen in een warm maar donker plekje te parkeren, gaan we lopen.
We nemen onze maat tussen ons in en door onderweg regelmatig van dragers te wisselen, schieten we aardig op.
Bij de haven komen we langs een rij goederen wagons.
Deze hebben aan de zijkant van die verende klepjes van gaas, met daarachter een papier waar de bestemming op staat.
Een van die papieren nemen we mee.
We sjouwen het levende lijk aanboord en treffen in de messroom de Duitse “verloofde” die daar een potje patience speelt.
Ze weigert ook maar één poot uit te steken naar dat ‘besoffene swein’, dus brengen wij hem naar beneden tot in zijn hut.
Loslaten die hap, maar hij valt hij als een zoutzak neer.
Dat gaat ook niet.’laten we hem maar uitkleden en in zijn kooi pleuren’.
Zo gezegd zo gedaan.
We doen dat zo grondig, dat hij even later spiernaakt op zijn rug in zijn kooi ligt te ronken.
Het is niet bepaald een “esthetisch verantwoord naakt” dat wij daar mogen aanschouwen.
Integendeel, in nuchtere toestand zou ik, gillend om mijn moeder, wegrennen.
‘Hé jongens, wie heeft dat papier in zijn zak? Geef es effe hier’.
In het papier wordt een gat gemaakt, waarbij we de tekst heel laten.
We leggen het op het kruis van de schone slaper en met behulp van twee ballpoints lepelen we zijn jonge heer door het gat omhoog.
Dan roepen we met “paniek”in de stem om zijn verloofde.
Het woord “swein” is vergeten, terwijl ze de trap afstormt roept ze ‘was haben Sie mit mein lieber jungske gemacht?’
Ze perst zich tussen ons door en buigt zich over de kooi.
Ze kijkt en ziet dat hij ademt, ook hoort ze hem snurken.
Dan wordt haar blik als vanzelf naar zijn geslacht getrokken, dat als een vette slak op het papier hangt.
Ze draait haar hoofd wat opzij en leest: !! STEHEN LASSEN !!

Albert
R.Konigers
Berichten: 1030
Lid geworden op: 30 dec 2004 23:35

Bericht door R.Konigers »

De oplevering van de Nossan , ik dacht in 1991/2 bij Ferus Smit in
Martenshoek (2e werf) ging niet helemaal probleemloos...tijdens de
bouw zat er van alles tegen...uiteindelijk richting Delfzijl..alwaar het schip
richting DenHelder zou gaan om bij de Firma Visser gestraald en gespoten
te worden. Tijdens die reis was het noodweer zodat het merendeel van
de 'bemanning' over de railing gebogen stond om de visjes te voeren.
Aangekomen in Den Helder werd besloten hoe het schip aldaar bij Visser in de (dok)loods zou komen te liggen...aangezien het schip veel langer was dan de loods..eerst maar met de kop erin...het schip lag stijl achterover en de dunne aluminium deur van de loods werd tot vlak boven de luiken van het schip gezakt....een koddig gezicht van buitenaf gezien alleen het achterschip met dekhuis stak buiten de loods.
Zo eerst maar even de stekker van de walstroom aansluiten. He vreemd
een paar vonkjes bij het insteken..en gelijk kijkend naar het schip of de
verlichting ging branden...hhmm..niets ..beter nog..de gehele firma Visser zat in een keer zonder stroom.....
Na het stralen werd er rijkelijk gespoten.. keggebank ,gangboorden
alles mooi een kleur..groen...totdat de schilder vroeg of er wat luiken
verplaatst konden worden...zo gepiept toch..luikenkraantje aan boord..
het eerste luik werd opgetild en werd met de luikenwagen richting voorschip gereden...althans..dat was de bedoeling...het ging een halve meter goed...toen begonnen de kleine wieltjes van de luikenwagen te
slippen op de pas geverfde luikenrail...en met slippende wieltjes ging de hele santekraam richting achterschip (omdat het schip stijl acherover lag)
steeds sneller en sneller...richting het dunne aluminium deur van de loods..met een grote klap en een hoop gekraak kwam het hele spul tot
stilstand..dus het dekhuis bleef bespaard van de 'guillotine"...maar Visser
had nu een prachtige contramal van een dwarsnaad van een luik in zijn
deur zitten...ook aan de buitenkant van de loods..was te bezichtigen hoe een dwarsnaad van een luik eruit zag :) ....
Enkele dagen later was het achterschip aan de beurt om gestraald en gespoten te worden , zo het schip werd de loods uitgetrokken , gedraaidt en met het achterschip in de loods...deur(die inmiddels al weer een beetje in model was geklopt)weer dicht......tijdens het stralen werd er gevraagd of de polyester MOB boot buitenboord kon worden gedraaid , om het dek te kunnen stralen...zo gezegd..zo gedaan..het arme bootje hing net over de muur...totdat het bootje met een rotgang uit de sliphaak
donderde...om 8 meter lager te pletter te slaan op de dokvloer..
ik denk dat daarna men bij de firma Visser nog aardig wat nachtmerries
heeft gehad bij het horen van de naam Nossan en Ferus Smit..
ook vaart er nog een Poolse boot rond ook met nachtmerrie's..maar dat is een ander verhaal waar ik de volgende keer op terug kom........
en de Nossan.......die is na overdracht volgens mij bespaard gebleven van meer onheil.. :wink:
Mvrgr Roelof
R.Konigers
Berichten: 1030
Lid geworden op: 30 dec 2004 23:35

Bericht door R.Konigers »

Wat ik al in voorgaande verhaal heb verteld..nog meer nachtmerrie's.
In 1992 2 schepen tegelijk opgeleverd bij Ferus Smit..de MB Avon en de
Vesting...alleen de MB Avon ging een paar dagen eerder naar Delfzijl..
toen deze terugkwam van z'n proefvaart moest het schip stijf achter een
grote Poolse boot liggen , welke op vak C lag (met de kont in de knik van de oude havenkade)...helaas ging deze actie een beetje fout en
kwam met met voorschip tegen het achterschip van de Pool aan...erg
weinig schade..maar de stuurman van de Pool kwam toch maar even
een kijkje nemen..omdat de Pool leeg was lag het erg hoog op het water
en stond de stuurman dus alleen oog in oog met de werfvlag die in de voormast hing....
2 dagen later lag de Pool nog op z'n stekkie en de MB Avon was alweer weg..toen de Vesting naar buiten kwam...de eigenaar wou graag zelf als werfkapitein spelen (scheelde Smit ook weer geld :) ).....eerst volgens mij aan het plankepad...en een paar uur later moesten we verhalen naar....JUIST...achter het Poolse schip :lol: ....de eigenaar voelde zich al
verweven met de Vesting..en stuurde het met een rotgang de hoek in...
op het laatste moment even de boegschroef bijzetten....klik..klik.. :shock: ......NIETS....Vol achteruit...maar net voordat de Vesting stillag tikte het nog even weer tegen de Pool aan..
op dezelfde plek alwaar de MB Avon 2 dagen tevoren ook al indook..
gevolg..de Pool geen schade..Vesting...railingwerkje op de bak lag plat..
Hoog boven de Vesting zag je een mannetje vanuit midscheeps(alwaar het dekhuis was)lopen naar z'n achterschip...het bleek dezelfde stuurman te zijn....op het achterschip aangekomen..keek hij over de verschansing wat er nu weer gebeurd was gebeurd.. en stond weer oog in oog :shock: met dezelfde vlag als 2 dagen tevoren.. :lol: ...hij sloeg z'n hand voor z'n ogen...en je kon bijna liplezen..wat hij toen zei....OH MY GOD..NOT AGAIN... :lol: ....een ding is zeker...hij kon daarna de witte Ferus Smit werfvlag wel "dromen" :wink: ..
Afbeelding
Beide schepen uit het verhaal....de MB Avon had al een kusje gehad...de Vesting moest het nog krijgen....
Mvrgr Roelof
Albert

Bericht door Albert »

-----------------------------------------------------------------------------------------------------------------


Koperkoorts


Na lossen in Norwich, komt die ouwe terug van de wal.
‘Jongens, we moeten koper laden in Hamburg, volle bak 550 ton.’
Iedereen is opgetogen, wij omdat we weer eens ouderwets kunnen gaan stappen in”Sankt Pauli” en 2e vetpriester Jan, vanwege het woord koper.
In ballast steken we de Noordzee over.
Er staat een aardig briesje S.W. 6-7 en een lekker knobbelzeetje dat schuin achterin komt.
We maken af en toe een beste schuiver, maar niets om je druk over te maken.
Alleen de lichtmatroos ziet bleekjes en later ook groen, maar dat laatste pas als ik begin over haring met slagroom en uitgebakken spek.

Zaterdagochtend vroeg stomen we de Elbe op.
Dat beloofd een lang wild weekend te worden.
Niet dus!
We draaien een of andere afgelegen gribus van een haven in, waar een stel lichtertjes op de boeien liggen.
‘Bitte sehr, ihre ladung’ zegt de loods.
Onze plek voor het weekend is langszij de lichters.
De jollenfuhrer vaart daar niet en een Grunninger reder, van Zeeuwse komaf, betaalt niet voor een bootje naar de wal.
De stemming is ver onder nul.
Alleen Jan loopt stralend rond, hij begint zelfs tevreden te neuriën wanneer hij over de railing hangt.
Hij kijkt naar “de kopermijn”, met de stupide grijns van een goudzoeker die een vette vondst heeft gedaan.

De ouwe stelt voor om maar meteen te gaan tellen.
Dat kan makkelijk, want de broden roodkoper van ca. 90 kg. liggen netjes op stapeltjes waar je omheen kan lopen.
Jan, die zich meteen als vrijwilliger aanmeldt, wordt te verstaan gegeven dat als hij binnen tien meter van de lading durft te komen, de ouwe in hoogst eigenpersoon de lijfstraffen weer zal in én uitvoeren.
We gaan met zijn drieën onafhankelijk van elkaar tellen en komen op het zelfde uit.
Gezellig is het die avond niet dus we zoeken al vroeg de kooi op.

’s Nachts om een uur of twee schrik ik wakker van een luid gevloek en geschreeuw.
Ik vlieg mijn kooi uit en ren, alleen gekleed in mijn pendek, naar boven.
Daar zie ik op de lichters Jan rondjes rennen, met die ouwe, gewapend met een end hout, er vloekend en tierend achteraan.
Opeens schiet Jan de loodsladder op met die ouwe op zijn hielen.
Nu worden de rondjes voortgezet bij ons aan dek.
Ondertussen is de hele bemanning wakker en aanwezig en moedigt beide partijen aan.
De ouwe, die nu paars aanloopt, roept ons toe om ‘die gore klo.tzak’ te grijpen want hij moet hem hoognodig iets ‘vertellen’.
Maar dat vinden we onsportief, dus houden we ons Oost-Indisch doof.
Omdat wij de trappen naar het achterdek als tribune gebruiken, kan Jan niet naar de vetput vluchten om zich daar op te sluiten.
Onze gezagvoerder begint buitenadem te raken en bedenkt een list.
Hij schiet het luikhoofd op en beheerst zo beide gangboorden.
Langzaam drijft hij, dreigend met zijn eind hout, Jan voor zich uit.
Jan ziet nog maar een uitweg en vliegt de mast in.
De ouwe gooit hem nog het stuk hout naar zijn kop, maar mist.
What go’s up, must come down, denkt die ouwe en hij vraagt en krijgt een stoel, een deken en een grote mok koffie.
Hij nestelt zich bij de mastvoet en kijkt, als een kat naar de kanarie, hoopvol omhoog.
Jan is intussen schrijlings op het toplicht gaan zitten en denkt er niet aan om naar beneden te komen.
Wij zien dat dit geintje nog wel even duren kan en zoeken ook onze kooien weer op.

De kok, die deze zondagmorgen als eerste opstaat, vindt de die ouwe slapend in zijn deken en de “vogel”gevlogen.
Die ouwe heeft het in de vroege ochtendnevel toch koud gekregen en is zo stijf als een plank.
Voor hij als een gebroken man naar zijn kooi gaat, geeft hij opdracht om opnieuw te tellen en zeewacht te lopen, zodat we ‘die nageboorte van een venerische teringhoer’in de gaten kunnen houden.
Met protesten heeft hij niets te maken, hij haalt zijn pijnlijke schouders op en verdwijnt naar zijn hut.
Wanneer ik hem naroep dat hij aangezien hij de 6-12 loopt meteen aan de bak kan, is het zijn beurt om Oost-Indisch doof te zijn.

We tellen maandagmorgen voor het laden nog een keer alles in de lichtertjes en bij het laden nog eens.
Ik kan geen koper meer zien!
Dit in tegenstelling tot Jan, die steeds dichterbij komt en met een koortsachtige blik in zijn ogen naar de aanboord komende hijsen koper staart.
‘Au’ roept Jan, terwijl de tranen in zijn ogen springen.
‘Ik had je toch gewaarschuwd’zegt die ouwe en kijkt vol trots naar de punt van zijn rechterschoen, die een diepe indruk in Jan’s achterwerk heeft gemaakt.

Tussen de middag na het eten, staat Jan als eerste op en verdwijnt naar beneden om ‘nog even een tukkie te doen’.
Die ouwe gaat ook de messroom uit, maar dan via de deur naar dek, waar hij net op tijd bij de machinekamerdeur arriveert om Jan weer een geweldige schop onder zijn kont te verkopen.
‘Twee- nul’ bromt hij tevreden.

Na het laden en zeeklaar maken, komen er hangsloten op de luiken van de mangaten naar de ruimen.
s’Nachts op zee lijkt het de Sing-Sing wel.
Op de meest onverwachte momenten dwaalt de lichtbundel van de Aldislamp over dek, maar Jan laat zich niet zien.

In Rotterdam gaat de lading in een groot schip.
Wéér sta ik met mijn tallybook in aanslag te tellen en te turven.
Ik krijg langzamerhand het idee dat als ik nog één keer het woord koper hoor, een psychiater aan mij een beste boterham kan verdienen.
Na het lossen roept die ouwe me bij zich in zijn hut.
Daar zit ook de agent van de ontvanger.
‘Volgens de ontvanger zijn er twee broden tekort, kan dat?’
Nu heb ik de laatste uren mijn gedachte zowat overal gehad, behalve bij de lading die me zo onderhand de strot uitkomt en het kan best zo zijn dat ik de getallen een ietsepietsie heb aangepast.
Met meer zekerheid dan gerechtvaardigd, beweer ik dat na al dat tellen met steeds de zelfde uitkomst, ik 100% zeker ben.
De agent is echter niet overtuigt en blijft op zijn stuk staan.
Ook die ouwe, die misschien aan Jan denkt, begint te twijfelen.
‘Kap ik ben er zo zeker van dat ik zou zeggen, laat maar weer uitlossen en over tallyen op kosten van ongelijk.’
‘Oké’ zegt die ouwe, die afgaat op mijn “zekerheid” ‘laat maar uitlossen.’
De agent sputtert nog wat tegen, maar durft toch de gok niet aan en tekent voor ontvangst.

We doen een reisje kunstmest van Sas van Gent naar Waterford en dan met scrap van Bristoll naar Passajes in Spanje.
We arriveren op vrijdagmiddag maar worden maandag pas gelost.
Maandagmorgen vraagt die ouwe of hij even iets van mijn kostbare tijd in beslag mag nemen.
Wanneer die ouwe sarcastisch gaat doen, is het oppassen geblazen.

‘Appie mien jong, (o nee, dit wordt écht oppassen) zou jij me misschien het volgende kunnen uitleggen.
Die 2e is al drie dagen zwaar aan het stappen.
Hij heeft deze keer geen geld opgenomen, maar hij zuipt en neukt zich al het hele weekend drie slagen in de rondte, wat met zo’n rotkop zeker geen snuitjeswerk is.
Nu moet je niet denken dat ik spijkers op laagwater zoek, maar het woord “koper” zie ik in grote rooie neonletters voorbij komen en jij was zo verrekte zeker daar in Rotterdam dat ook ik er ben ingetrapt.
Maar nu ben ìk er zeker van dat jij hier meer van weet, dus biecht maar op, hondsvod!’

‘Kap, hoe Jan toch noch aan dat koper is gekomen weet ik niet.
Maar ik was tussen de middag even aan boord van dat grote schip geweest en had gezien dat onze partij koper bij nog een partij koper werd gestuwd, zonder separatie ertussen, dus het was nooit meer mogelijk om te zien waar de ene partij eindigde en de andere begon.’
Even is het stil.

‘Albert m,n jong ik ben trots op jou, jij wordt nog es een echte Grunniger.’

‘Eh, is dat een compliment kap?’



Albert
Gast

Bericht door Gast »

EEN GROTER SCHIP

Aan alles komt een einde...zo ook aan een fijne tijd op de Equator..
mijn vader was tijdens survey van het schip met verlof gegaan.
Na 2 weken thuis te zijn kreeg hij een telefoontje van kantoor, of
hij direct naar Genua kon vliegen om aldaar af te lossen op de Altantide.
Aangekomen in Genua lag het schip aldaar marmer te laden voor Esbjerg, die ouwe stond al te kwijlen op de kade..WAT EEN BOOT...
geladen de Middellandse zee op..12 mijl..woow..zo hard had hij nog
nooit gevaren..in een mum van tijd lag hij in Esbjerg..aldaar kreeg hij
te horen dat de volgende reis richting Monrovia ging...zo ver was hij ook
nog niet van huis geweest. Bijna te mooi om waar te zijn natuurlijk...
vertrekkende vanuit Esbjerg en weer varende op de Noordzee op weg naar Monrovia..ja hoor..telefoontje om even Den Helder binnen te lopen,
alwaar (ik meende) kapitein Naayer weer aan boord zou komen. Dus die
ouwe weer naar huis...maar hij had nu een ding in z'n hoofd....hij had de
smaak te pakken van een groter schip....nu had mijn vader 1 "nadeel"...
het schip moest er altijd uitzien als een jacht (met weinig geld) en zorgde er ook nog voor dat er met het schip verdiend werd en wist altijd raad met ouwe rommel aan de praat te houden...en dat wisten ze op kantoor ook dondersgoed...en die Atlantide zag er te goed uit en alles draaide prima...ds die kreeg hij dus niet.
Na zijn wensen op kantoor hebben neergelegd..werd daar gezegd..jij gaat eerst op de Equator terug..totdat op dat schip alles weer normaal
loopt...dan praten we wel weer.......tijden veranderen..de bemanning werd steeds slechter , het laden en lossen ging steeds sneller..het werd steeds jachtiger...iets wat die fanatieke ouwe steeds moeilijker kon verdragen....in 1969 de eerste symptonen al..3 week ziek thuis met huilbuien..hardkloppingen..etc...maarja in die tijd was daar geen begrip voor...beter nog...na 3 week ziek thuis..moest hij bij de keuringsarts te Delfzijl komen..daar werd gezegd dat het tijd werd om weer naar zee te gaan..anders wordt je werkschuw.
Na een tijd weer op de Equator kreeg hij plotseling bericht dat hij eraf moest ..ze hadden een groter schip voor hem en de Equator zou verkocht worden.......na een week thuis kreeg hij weer telefoon van kantoor..."ga maar even kijken in Brugge , het schip ligt daar op de werf"...met de trein erheen...moeders mee..aldaar aangekomen stond hij aan de wal oog in oog met de Kilo...zijn glimlach en zijn wensdromen
gingen in een paar seconden aan duigen...daar lag een hoop schroot...
eerst aan dek spitten..zijn hoofd werd steeds roder...alles was kapot en/of verroest..toen barste hij spontaan in tranen uit ..dit werd hem teveel...even bijkomen..en dan maar even de accommodatie inspecteren..even zijn hut bekijken...kakkelakken komen hem tegemoet..gaten in de wanden..alles vies en goor..scheuren in de bank..etc....hierna maar even naar de mesroom alwaar de heren Lagers en Henk Holwerda zaten voor de overdracht...deze messroom was net in Brugge opgeknapt....
De heer Lagers vroeg spontaan aan mijn vader :"en kapitein..wat vindt U
van het schip" ? Waarop hij spontaan een antwoord terug kreeg , wat voor zootje het wel niet was en wat voor kanibalen op die boot hadden gevaren....Henk Holwerda schudde zijn hoofd (met andere woorden..Roelof..dat kun je allemaal niet zeggen)...maar die ouwe was niet meer te stoppen...maar op de vraag van Henk naar mijn vader..wat wil je doen kapitein ? Afzien of neem je hem ? Maar mijn vader was te trots om nee te zeggen en in zijn achterhoofd spookte het idee..we maken er wel weer wat van...en ging weer naar huis om zijn spullen in te pakken..de heer Lagers zei later nog tegen Henk...ik mag die kapitein van U wel..hij is eerlijk en recht door zee. De ouwe had wel een voorwaarde....zijn machinist / maatje..Siebe..moest mee naar de Kilo.
Een week later was het zover...schip ophalen uit Brugge..laden in Engeland..maar al varende ...radar kapot...hulpmotor in de soep..
Zodat die ouwe besloot om alleen maar bij daglicht te varen en intussen
kantoor opgebeld dat die boot eerst verder gerepareerd moest worden..
ok...opstomen naar de Groot en van Vliet dan maar. Drukke tijden voor Siebe..die ook hulp kreeg van Joop Reineking..een collegamachinist van de GretinaHolwerda die in de buurt was. De hulpmotor die in de soep lag
was een 1 cyl. liggende Deutz..als die bij stond schudde het hele schip...iedereen aan boord zei al dat ding is zo oud..er zijn geen onderdelen meer voor...zodat iedereen zich verheugde op een nieuwe 3 -4 cyl.Deutz....maar bij Holwerda vinden ze na veel moeite in Duitsland nog onderdelen...weer een droom weg.......daarna was het hard werken tijdens korte reizen..intussen was die ouwe in z'n vrije tijd bezig met nieuwe stoffering op de bank ..z'n hut weer opknappen..aan dek veel reparatie's schip buitenom weer in de grijze verf (ipv.zwart)...hij storte bijna inelkaar..na 3 dagen 24 uur per dag aan het werk te zijn.
Toen ik maanden later zelf met moeders aan boord kwam in Amsterdam
(bij de Ford fabriek) zag het schip er al onherkenbaar beter uit..
maar mijn vader echter veel slechter.
misschien kan er iemand een foto bij plaatsen uit die tijd...de Kilo anno 1973 in de grijze verf en met een blauwe schoorsteen ..
ik heb het schip zelf alleen in t'zwart op de foto..
Mvrgr Roelof
R.Konigers
Berichten: 1030
Lid geworden op: 30 dec 2004 23:35

Bericht door R.Konigers »

Toen mijn vader weer even met verlof thuis was (dat gebeurde zelden of nooit)..kreeg hij al snel weer een telefoontje...ja hoor..de firma Beck..
of hij wel even de net verkochte Liberty een beetje op weg kon helpen.
Dit schip was namelijk verkocht aan een bejaarde Australier met zijn veel
jongere vrouw en een handje vol matrozen uit Papua...alwaar het schip
ook geregistreerd stond..dat bleek ook wel uit de naam...Papua Liberty.
Al snel bleek de bejaarde Australier er niet veel van te bakken..zat al een
keer aan de verkeerde kant van de boeien en een bijna-aanvaring..en dat alles in een paar uur...mijn vader kennende..ontstond er al snel een fikse woordenwisseling...afgesproken werd dat mijn vader het gezag overnam tot Spanje..daarna moest de bejaarde Australier het zelf maar uitzoeken....volgende morgen om 8 uur werd de gehele bemanning aan het werk gezet..maar er ontbrak nog een bemanningslid..een van de negers...mijn vader informeerde bij de bootsman(die de neger al langer kende)wat er met hem aan de hand was..of hij misschien dan ziek was..kreeg hij als antwoord : "oohh..niks aan de hand hoor...hij slaapt elke morgen uit tot 10.00"...die ouwe trok wit en groen weg..stoof naar beneden..gooide de deur open van de neger..en ja hoor..daar lag hij nog te ronken..... 'GET THE F... OUT OF YOUR BED" ..de neger kwam overeind
..trok een grote mes onder zijn kussen vandaan..en bromde.""MOVE".
Die ouwe trok de deur maar weer dicht en melde dit incident bij de bejaarde eigenaar...die zei..."TJA....had je hem maar moeten laten uitslapen"...mijn vader was dus wel blij dat hij in Lissabon eraf kon.
En de Papuan Liberty...volgens mij is hij wel heelhuids richting Australie gekomen.
Mvrgr Roelof
R.Konigers
Berichten: 1030
Lid geworden op: 30 dec 2004 23:35

Bericht door R.Konigers »

Afbeelding
De Equator in december 1972 loopt de haven van Delfzijl binnen,
met de Holwerda vlag in top.
De ouwe kreeg het voor elkaar om als enige Holwerda schip met
de kerstdagen in Nederland te verblijven , mede met dank aan de
charteraar Peter Lawson Shipping , die had hem met een lading gestuurd
naar Oldenburg..en gaf toestemming om Delfzijl aan te lopen. Op de foto
is duidelijk nog te zien dat de laadbomen nog aanwezig zijn...toen was toch al de trent dat ze verwijderd werden...ook Holwerda had de ouwe al
een paar keer verzocht om ze ook op de Equator te verwijderen...maar die ouwe was daar nogal koppig in.....dat was uit den boze....als het kantoor er over begon..was zijn antwoord :"als er een vat smeerolie aan boord moet komen ..kom dan zelf even langs om het aan boord te krijgen ? " Zijn koppigheid werd beloond toen er een spoedreisje tussenkwam waarbij eigen laadgerei gewenst was..daarna heeft het kantoor nooit meer gesproken over het verwijderen van de laadbomen.

Mvrgr Roelof
R.Konigers
Berichten: 1030
Lid geworden op: 30 dec 2004 23:35

Bericht door R.Konigers »

Dezelfde avond moest de Equator in Delfzijl nog even verhalen van
vak A naar het plankepad...langszij aanleggen aan een van de bekende
Tor-bootjes..we moesten dus via het Tor-bootje aan de wal...blijkbaar lag iedereen daar onderdeks al te slapen (of niet aanwezig) , de hele boot was pikkedonker
ook geen deklampje ..niets..omdat dat schip een hele hoge laadhoofd had, moesten we ons wringen tussen het dekhuis en de achterste dwarscoaming..daar lag zoveel rommel..dat die ouwe in het pikkedonker
kwam te struikelen over een draad...begon wat te mompelen..iets over
een kl..boot..met een stelletje l.mz.kken..en eindigde met een paar keer
GVD..maar hij werd stil..toen begon de preek over in wat binnenmonds gegniffel...blijkbaar had hij een zwaar voorwerp gevonden tussen de rommel...ik zag hem wat optillen in het donker gevolgd door een enorme
knal op het dek..er zal vast wel iemand wakker van geworden zijn..maar niemand waagde zich blijkbaar aan dek te komen of het schip was geheel verlaten...in dat geval zullen ze zich wel hebben afgevraagd hoe daar een deuk in het dek kwam..dat is voor mij toch een blijvende herinnering als ik ten hedendage zo'n grote blauwe TOR-boot ergens zie.
Mvrgr Roelof
Plaats reactie