------------------
Als ooit nog serieus overwogen gaat worden om de Noordborg te behouden, zou besloten moeten worden in welke staat hij dan wordt teruggebracht: tot die van 1962, het bouwjaar, of tot 1975 toen Wagenborg het schip verkocht. En dan bedoel ik wat uitvoering en uitrusting betreft. Ik ben van mening dat je dan terug zou moeten gaan naar 1962, Je zou de KH radar en de KH autopilot en de SAR vhf eraf moeten halen en niet meer terugplaatsen, want dat waren verworvenheden van later, toen de tijd voor deze schepen eigenlijk al voorbij was. Wij moesten het doen met een magnetisch kompas, een Atlas echolood en de radiorichtingzoeker van de Radio Holland Zeemeermin of de Becker telefonie-installatie. Dat was alles. Je had nog niet eens een slingerruit. In de winter was het pure armoe. Dat is wat je op de bezoekers van het jaar 2030 of daaromtrent over zou moeten proberen te brengen. Als er dan nog iemand naar zo'n schip, waarop of waaraan niks bijzonders te zien is, komt kijken.
Wat die elektronische uitrusting betreft: radar was het aller- allerlaatste dat aan boord werd geplaatst. Als eerste kwam de vhf. Als ik het wel heb was dat toen je zonder vhf niet meer naar de Vättern mocht. De Vänern en de Scheren volgden direct daarna. Zonder vhf mocht je niet meer zonder loods door de Scheren. Dat was de aanleiding om vhf aan boord te zetten en niks anders. Het tweede was de Kelvin Hughes autopilot omdat er met een man minder werd gevaren. En als aller, allerlaatste de radar, toen we op de Elbe simpelweg niet meer werden beloodst als het zicht zelfs maar een tikkie minder dreigde te worden. Nou, ga dan maar eens met slecht zicht zonder loods klooien op een gevaarlijke rivier als de Elbe.
Maar die kennis over deze schepen, dat gevoel dat je toen had, dat gaat verloren met de mensen die in die tijd, nu zo'n vijftig jaar geleden, met deze schepen voeren. Met heel veel plezier, laat daar vooral geen misverstand over bestaan, maar zelfs dat kun je onmogelijk duidelijk maken aan de tegenwoordige generatie, laat staan aan komende. Dat gevoel van intens plezier in je werk sterft samen met ons uit. Als je goed, heel goed nagaat wat nu eigenlijk het plezier was van het varen met deze schepen, dan is dat niet uit te leggen. Als ik na 40+ jaren scheepvaart, na op 40+ verschillende schepen te hebben gevaren, van 300 tot 300.000 ton, terugdenk aan varen, aan het plezier van varen, als ik me gewoon een reis voor de geest tracht te halen, dan is dat niet het gevoel dat je krijgt als je als je als kapitein voor het eerst met een beest van 250.000 deadweight aan de vaart gaat en tot de ontdekking komt dat ook dat maar gewoon een schip is, maar dan denk ik telkens weer terug aan de zomers in de Oostzee met een van de zusters van de Noordborg. Dát waren de goede dagen en misschien wel de beste jaren van ons leven, dus laat niemand denken dat ik geen warme gevoelens heb voor een schip als de Noordborg. Desondanks heb ik nog geen honderd euro over voor het behoud van dat schip, want het is weggegooid geld. Nog even en dan ben ik dood en het zegt de tegenwoordige zeevarenden niets meer en de komenden helemaal niets. Omdat het niets bijzonders is.
Gevoelens, dat zijn het en die zijn bijzonder, maar die kun je niet conserveren of restaureren en al helemaal niet overbrengen alleen maar door ergens een mooi opgeknapt bootje neer te leggen. Die gevoelens sterven samen met jou. Als je nu zou proberen om aan jonge mensen duidelijk te maken wat het plezier was, wat een voldoening het gaf om geen 185 standaard losse planken mee te sleuren maar 191,5 op een scheepje dat ontworpen was voor 165 tot 170 standaard, dan zouden ze - als je geluk had - beleefd luisteren en denken: laat opa maar lekker lullen. Maar dát was het. En in de winter vloekend en scheldend zonder radar toch zonder veel vertraging daar te komen waar je wezen wilde omdat daar je lading lag en dat je dan je stijfbevroren kleden er eerst af en later weer goed op die verrekte houten luiken moest zien te krijgen. Dat gaf een grote voldoening - die de huidige generatie niets zegt en de komende helemaal niks. Die tijd is voorbij en de Noordborg is niks bijzonders.
Anecdotes zeg je, Willem... Over de Noordborg. Over Gerrit Rijkers die, liggend in Brunsbüttel vanwege de mist en omdat hij zonder radar niet werd beloodst, toch een loods aan boord wist te krijgen omdat hij de loodsdienst er over de telefoon van had weten te overtuigen dat de Noordborg tegenwoordig radar aan boord had. En dat die loods aan bood stapte en vroeg waar die radar dan wel was en dat Gerrit riep: "Jawohl, wir haben zwei radars!" en het stuurhuisraam aan die ouderwetse leren treincouperaampjesriem eerst half liet zakken en daarna helemaal onder het slaken van de kreet: "Das ist Kleinbild und das ist Groszbild!" Ik meen dat hij daarna nog twee dagen heeft gelegen tot het eindelijk opklaarde en hij zonder loods de Elbe afvoer. Lachen, gieren, brullen, mensen, maar de tegenwoordige generatie heeft geen idee wat daar zo leuk aan was en denkt opnieuw: laat die seniele ouwe zak toch lekker lullen.
Succes met je verhaal. Wie nog iets wil, kan zijn tijd beter steken in het (laten) opstellen van een goed, onafhankelijk surveyrapport met een goede, eerlijke, reële berekening van de kosten die gemaakt moeten worden om het schip in een bepaalde, duidelijk omschreven staat te brengen en hoeveel manuren daarmee gemoeid zijn, met daarnaast een goed, betrouwbaar, reëel overzicht van de exploitatiekosten voor de komende twintig jaar. Die twee documenten met twee duidelijke bedragen als eindresultaat, zullen de besluitvorming waarschijnlijk aanzienlijk makkelijker maken.
--------------