pieter53 schreef: ↑08 feb 2017 22:01
Even gevraagd: de Bruinvisch van Cees Dekker kan inderdaad ook toegevoegd worden.
Schepen met een klapscheg, schegzwaard:
Eems 1902 Boerema Martenshoek tjalk 125 ton
4 Gebroeders 1903 Boerema tjalk 121 ton
Jantina Afina 1899 Kroese Hoogezand tjalk 155 ton onder klasse gebouwd.
Volharding 1905 Smid Hoogezand tjalk 132 ton
Janna 1898 Mittendorf Avereest tjalk 151 ton
Dankbaarheid 1908 de Boer Oude Pekela Hasselteraak 106 ton
Altijd zorg vermoedelijk 1916 Zwartsluis klipperaak 156 ton.
Harmina 1889 W & H Boerma Martenshoek tjalk 156 ton (onder klasse gebouwd)
Wilhelmina 1903 Boot Leiderdorp Groninger zeetjalk (Bron Met Zeil en Treil, Loomeijer*.)
Bruinvisch 1902 Draaisma Franeker tjalk 122 ton.
Ik ben pas sinds kort aan het rondkijken op dit forum, en vond zojuist (misschien een beetje laat?!) deze discussie over linnetten.
In 1980 heb ik de hierboven genoemde tjalk Eems van de sloop gered en gedurende 21 jaren minitieus in kaart gebracht en hersteld.
In 1983, bij de eerste grote hellingbeurt op de Koningspoort, heb ik een motor ingebouwd en dus ook de ongeschonden scheg moeten aansnijden.
Daarbij vond ik de geleideplaten en zware bout van wat later de linnet bleek te zijn.
Enkele jaren later heb ik na een lange en moeizame zoekactie een man gevonden, die rond 1930 als 16 jarig jochie aan boord gekomen is.
Ik heb die "jongen", Jan Uuldriks en inmiddels een oude man, dagenlang uitgehoord over het reilen en zeilen met mijn schip. (De schipper en zijn vrouw uit die tijd kon ik niets meer vragen: de schipper Jacob Engelsman was in 1959 aan boord omgekomen bij het vertremmen van een giftige lading, en zijn vrouw was al flink dement toen ik haar vond in 1981 in Delfzijl.)
Uuldriks was de eerste die mij de term "linnet" noemde (tot die tijd noemde ik het "klapscheg", een term die ik zelf verzonnen had en die kennelijk is overgenomen door anderen). Over het gebruik van de linnet was hij heel duidelijk: de tjalk was van nature erg loefgierig, onder andere door die lange giek. Ze zeilden bijna altijd met de kluiver d'rop, maar als de kluiver -om wat voor reden dan ook- niet gevoerd werd, dan werd de linnet neergelaten, anders was het schip niet te houwen op z'n helmhout. Als de linnet niet uit zichzelf wilde zakken, bijvoorbeeld als hij klemde door mosselen of zand, dan duwde ze hem naar beneden met een pompstok tegen de 5/8" stang.
Van 1983 tot 1992 was ik degene die de meestal de schepen op de helling zette op de Koningspoort, R'dam. Het viel mij op (omdat ik er op lette!) dat vrijwel elke grote tjalk en veel klipperaken restanten toonden van een linnetconstructie, hoewel dat vaak niet meer was dan de bout(resten) of een geleideoogje op de achtersteven.
Er is nog een complete en werkende linnet aan de klipperaak Hoop op Welzijn van Maarten de Jong (Gorinchem/Woudrichem)
Van de gesprekken met Uuldriks heb ik aantekeningen gemaakt, die ik natuurlijk zorgvuldig bewaard heb. Hij heeft veel verteld over de schelpenvaart aan de noordkust van Duitsland, die de Eems gedaan heeft tot 1940.
Jan Uuldriks is kort daarna, begin jaren '90, overleden te Maasbracht.
Wim.