De machinekamer.

Alles over binnenscheepvaart
Arie
Berichten: 2010
Lid geworden op: 01 jul 2005 20:33
Locatie: Spijkenisse

Re: De machinekamer.

Bericht door Arie »

klipper schreef: 07 feb 2020 22:45 Die waterinjectie is dat een voorloper gewweest van waterstof ?.Gr
Nou was dat maar waar.
Het hele idee is dat water welke tot stoom omgevormd word enorm expandeert en derhalve extra druk op de zuiger geeft en dus sterker word.

Gr.Arie
Hou de vaart er in.
Arie
Berichten: 2010
Lid geworden op: 01 jul 2005 20:33
Locatie: Spijkenisse

Re: De machinekamer.

Bericht door Arie »

pieter53 schreef: 07 feb 2020 17:35 Afbeelding
De keerkoppeling van Gardner had ook zo iets.
Gasgeven in de vrijloop was er niet bij.

Op BVT een wat uitgebreidere beschrijving.
In 1987 een reisje Roterdam Antwerpen gedaan met de luxe motor Martha 240 ton laadvermogen, er stond een 6 cilinder 110 pk Engelse Gardner in op 1350 omw/min, een formidabel motorretje, lekker rustig en liep erg mooi, het jammere is dat die beperking op het gas zit als je in geval van volaan achteruit moet slaan kan dat niet want de motor word door dit mechanisme beperkt in toeren.

Gr.Arie
Hou de vaart er in.
ichthus
Berichten: 1118
Lid geworden op: 04 dec 2011 11:24
Locatie: rotterdam

Re: De machinekamer.

Bericht door ichthus »

Hallo allen ,dat toerental naar nul is heel normaal bij direct omkeerbare motoren ,als je de nokkenas verschuift en de motor draait nog dan wordt de uitlaat inlaat, en de luchtaanzuig uitlaat,dat wil je niet twee keer meemaken . De motor in ons geval een INDUSTRIE 6D6 van 480 pk en 500 tpm. Bij het ,,omkeren,, valt een pal achter de bosch pompen aansturing, en daar zit een veer aan ,deze was gebroken dus de motor bleef vooruit lopen maar kreeg achteruit olie,geen ongelukken verder alleen eeffe soppu !
pieter53
Berichten: 8765
Lid geworden op: 17 feb 2007 18:16
Locatie: Amsterdam
Contacteer:

Re: De machinekamer.

Bericht door pieter53 »

Ik heb een probleempje met de motorisering van de Havendienst 1 en 14 Amsterdam, Respectievelijk: Vulcanus en Jason.
Diverse bronnen op het net geven verwarrende berichten.
De Vulcanus zou met 2 Stork motoren van 500 PK uitgerust geweest zijn en dat zouden later 2 Deutz motoren van 600 PK geworden zijn. Een zelfde verhaal gaat over de Jason. Maar of men nu zaken door elkaar gehaald heeft of niet, weet ik niet.

Wie heeft er een BETROUWBARE BRON met de gegevens?
Pieter Klein, Amsterdam
Afbeelding
Hoe meer je weet, hoe beter je beseft dat er nog zo veel meer te weten valt....
Gert Schouwstra
Berichten: 4589
Lid geworden op: 28 okt 2006 21:24
Locatie: Sneek
Contacteer:

Re: De machinekamer.

Bericht door Gert Schouwstra »

Zoiets? Uit het Algemeen Handelsblad van 7-5-1963:

EEN COMBINATIE VAN BRANDWEER- EN PATROUILLEBOOT

(Van een onzer verslaggevers) AMSTERDAM krijgt voor zijn havens zeer binnenkort een uiterst moderne drijvende brandspuit, tevens havenpatrouilleboot ter beschikking, die thans in afbouw ligt bij de fa. Keller te Rotterdam. Het schip zal — als tegenslag uitblijft omstreeks september worden afgeleverd en in dienst gesteld worden. Dit schip zal de grootste bluscapaciteit van alle in ons land in gebruik zijnde varende brandspuiten krijgen. Met een zeer groot aantal stralen zal per minuut niet minder dan 16.000 liter water kunnen worden gegeven. Er zullen o.a. drie waterkanonnen aan boord worden opgesteld, twee met een straal van max. 15 cm. en één met een maximum straal van 20 cm. Deze „kanonnen"

kunnen — als het moet — 120 m. hoog spuiten, dat is dus nog een kleine 40 m. boven de Westertoren uit. De „Havendienst I" zoals deze nieuwe drijvende brandbestrijder zal heten wordt ook uitgerust met een installatie waardoor het schip een water-nevelgordijn om zichzelf kan leggen, zodat de boot een brandend object, b.v. een schip, van dichtbij zal kunnen benaderen, zonder dat de brandweerlieden te groot gevaar lopen. Het schip krijgt een verstelbare schroef, waardoor het manoeuvreren wordt vergemakkelijkt. Ook radar en een mobilofooninstallatie zullen, naast andere moderne navigatiemiddelen, op de brug aanwezig zijn. De boeg van het schip wordt extra versterkt, zodat het ook bij felle vorst en ijsgang dienst kan doen. In de machinekamer zullen twee sterke Werkspoormotoren (elk 500 PK) worden opgesteld. Eén motor zal een voldoende dienstvaart leveren. De Havendienst I zal 25.5 m lang en 6.5 m breed zijn en een diepgang; van 2.25 m hebben. Dit betekent, dat deze drijvende blusinstallatie overal in Amsterdams havengebied zal kunnen komen. Ook voor patrouille Het schip zal ook dienst doen als patrouilleboot voor de havendienst. Dus ook als er geen brand in het stadsgebied is, zullen de Amsterdammers de nieuwe Jason door de havens zien varen. Dit in tegenstelling met de oude Jason, die nu nog in dienst is en uitsluitend branden bestrijdt. Zowel de Jason als de tegenwoordige Havenpolitieboot zijn verouderd en worden dus nu door één zeer modern schip (kosten ongeveer één miljoen gulden) voor beide diensten vervangen, wat een aanzienlijke besparing geeft. Bovendien zal het schip continu worden bemand door de havendienst, hetgeen persoonlijke besparing geeft voor de brandweer. Daarbij komt nog, dat het personeel van de havendienst bijzonder goed met de havens en de dagelijks gebeurtenissen op de hoogte is. Bij brand zal vanzelfsprekend onmiddellijk de brandweer aan boord komen, hetzij bij de afvaart, hetzij op het terrein van de brand.
Gert
- Varen is leven. -
Op mijn website https://aa-planadvies.nl/ vind je alles over mijn bedrijf.
pieter53
Berichten: 8765
Lid geworden op: 17 feb 2007 18:16
Locatie: Amsterdam
Contacteer:

Re: De machinekamer.

Bericht door pieter53 »

Voor hoe betrouwbaar moeten wij deze bron houden?
Een stukje in de Schuttevaer of zo, zou mij liever zijn.
Of iets waar een motortype vermeld wordt...
Pieter Klein, Amsterdam
Afbeelding
Hoe meer je weet, hoe beter je beseft dat er nog zo veel meer te weten valt....
k-k
Berichten: 6027
Lid geworden op: 23 dec 2008 13:04
Locatie: Oostvoorne

Re: De machinekamer.

Bericht door k-k »

Nog een beetje vertrouwen in Binnenvaart Pieter? Of mag jij René zeggen. Of gaat het hier om een ander schip? Nog een link naar de Vulcanus geplaatst. Gr. Klaas.
https://binnenvaartlog.nl/havendienst-14-jason/

https://varenderfgoed.nl/galerij/aukeexvulcanus.html
pieter53
Berichten: 8765
Lid geworden op: 17 feb 2007 18:16
Locatie: Amsterdam
Contacteer:

Re: De machinekamer.

Bericht door pieter53 »

BEDANKT!
Zo te zien heeft René een betrouwbare bron aangeboord!
Alleen de opgegeven ipk's lijken mij overdreven.
Zie: http://www.rekino-deutzengines.com/Deutz-MWM-TBD604BL6-505-806HP-marine-diesel-engine-motor-pd6160594.html
Pieter Klein, Amsterdam
Afbeelding
Hoe meer je weet, hoe beter je beseft dat er nog zo veel meer te weten valt....
ossebaar.j
Berichten: 1444
Lid geworden op: 02 jan 2007 09:50
Locatie: purmerend

Re: De machinekamer.

Bericht door ossebaar.j »

Overgenomen uit het cursusboek ; De chauffeur-pompbediener /blusboten 1972 .
De blusboten HAVENDIENST 1 en JASON ( Brandweer AMSTERDAM )
In de haven van Amsterdam zijn thans twee zware blusboten in dienst : de HAVENDIENST 1 en de JASON . Beide vaartuigen hebben een tweeledige taak ; normaliter zijn zij in dienst als patrouillevaartuig van de Havendienst ; op eerste oproep van de brandweer worden zij ter beschikking van deze dienst gesteld om bij brandbestrijding te worden ingezet .
De bemanning van de vaartuigen wordt verzorgd door de Havendienst ; voor inzet bij brand wordt deze bemanning aangevuld met brandweerpersoneel , terwijl overdag 1 brandwacht aan boord is voor verzorging en onderhoud van het speciale brandweermaterieel .
DE boten zijn , afgezien van enige kleine uiterlijke verschillen, geheel identiek uitgevoerd , waardoor bediening en herstelling vereenvoudigd worden , terwijl personeel , afgeoefend op de éne boot , zonder meer op de andere boot te werk gesteld kan worden .
De voornaamste afmetingen van de boten zijn ;
lengte over dek 25,6 m
lengte tussen loodlijnen 23 m
breedte op binnenkant huid 6,25 m
holte 3,30 m
diepgang 2,25 m
De voortstuwing geschiedt door twee snellopende Werkspoor dieselmotoren , type RUB 168 ( 8 cilinders in V-vorm ) met een vermogen van 500 pk bij 1400 omw . De motoren zijn uitgevoerd met drukvulling en worden met lucht gestart . Om ook in de wintermaanden vlot starten te bevorderen zijn twee speciale inrichtingen aangebracht , n.l.
a , een elektrische verwarming van de aangezogen lucht in de luchtreciever , aangebracht tussen de cilinders .
b , de mogelijkheid om het water uit de centrale verwarmingsinstalatie van het vaartuig door de watermantel van de motoren te laten circuleren .
De motoren drijven via een hydraulische koppeling de rondsels aan van een tandwielkast . Deze kast met dubbele reductie geeft een totale vertraging van 3,25 : 1 , zodat gerekend met een slip van ongeveer 3% in de hydraulische koppeling , het maximale toerental van de schroefas ongeveer 420 bedragen zal .

Op de schroefas is een roestvrij stalen 3-bladige omkeerbare schroef aangebracht . Aan de voorzijde van de motoren zijn de krukassen verlengd , op deze as treffen we achtereenvolgens aan ;
1 V-snaarschijf voor aandrijving van een HD brandbluspomp ( Myers , 180 l/min . bij 60 atm ,speciale 3 cilinder - plunjer pompen ).
1 V-snaarschijf voor aandrijving van de hoofdgenerator ;
1 met de hand bedienbare koppeling , waarmede de L.D.brandbluspomp aangedreven wordt ( 8000 liter/min bij 120 meter water kolom = 12 atm )
De hierboven kort omschreven installatie , maakt het mogelijk om ;
1 Met één of twee motoren de schroef aan te drijven , daar de verbinding motor-rondsel in de tandwielkast door leeg laten lopen van de hydraulische koppeling verbroken wordt . Met twee motoren vol vermogen varende wordt een snelheid van 22 km.uur bereikt .
Vol vermogen met één motor geeft een vaart van ongeveer 16 km/uur .
2 Stilligende met één of twee LD pompen ( c.q. HD pompen ) brand te blussen .
3 Varende met één motor te pompen en met de andere motor te varen .
4 Varende , met beide motoren de schroef aan te drijven én te pompen . Het toerental van de motoren wordt dan bepaald door de eisen , welke het blusbedrijf stelt , de vaart van het schip wordt geregeld door wijziging van de spoed van de verstelbare schroef .
5 Met één motor te varen en te pompen .
De opbrengst van de LD ( centrifugaal ) bluspompen is :
8000 l/min bij 120 mwk n=1400 (10 mwk = 1 atm )
15000 l/min bij 60 mwk n= 1350
6000 l/min bij 60 mwk n = 1000
6000 l/min bij 18 mwk n = 700
Het maximaal opgenomen vermogen van de LD pomp ligt op ongeveer 350 pk , zodat steeds ongeveer 150 pk per motor benut kan worden voor aandrijving van de schroef .
Pompend met vol vermogen en twee motoren ( bijvoorbeeld op het zware waterkanon met mondstuk van 80 mm ) kan dan , met beide motoren ook op de schroef , een vaart van ongeveer 8 km/uur worden gehaald .
De bediening van de machine-installatie geschied , nadat de motoren in de machinekamer zijn gestart en de voor het bedrijf benodigde koppelingen zijn ingezet , vanuit het stuurhuis ; op een uitgebreid meterpaneel zijn daar alle voor het vaar - en blusbedrijf van belang zijnde meters en verklikkers aangebracht .
Daar op een vaartuig van deze grootte nogal wat hulpwerktuigen nodig zijn , wordt het benodigde elektrische vermogen te groot voor een laagspanningsinstallatie ; de keuze is gevallen op een 110 Volt gelijkstroomsysteem .
Elektrisch aangedreven worden de volgende pompen ;
1 smeeroliepomp tandwielkast ;
2 manoeuvreeroliepomp verstelbare schroef ;
3 algemene dienstpomp ;
4 aanzetluchtcompressor ;
5 hydrofoorpomp ;
6 vuilwaterpomp .
De stroom wordt opgewekt door een tweetal hoofdgeneratoren , door middel van V-snaren , aangedreven door de hoofdmotoren . Elke generator levert maximaal 15 kW ; beide generatoren zijn uitgerust met automatische spanningsregelaars en terugstroomautomaten , waardoor de spanning vrijwel constant gehouden wordt tussen 800-1400 toeren van de hoofdmotoren en parallel bedrijf van beide generatoren mogelijk is , ( mis beide hoofdmotoren ongeveer even snel lopen ).
Bij defecte hoofdgeneratoren of stilstaande hoofdmotoren wordt de stroomvoorziening overgenomen door een hulpgenerator van 20 kW , aangedreven door een luchtgekoelde dieselmotor van 30 pk . Deze motor kan tevens via een handbediende koppeling een aanzetluchtcompressor ( 10 cubic meter/uur bij 30 atm ) aandrijven .
De schakeling van dit hulpaggregaat is zodanig uitgevoerd , dat de dieselmotor automatisch start , zodra de netspanning beneden 80% van de nominale waarde daalt , terwijl binnen 5-6 seconden na het starten van de diesel de generator de belasting van het net overgenomen moet hebben . Deze zeer zware eis wordt gesteld om te voorkomen , dat de oliedruk van tandwielkast en schroef bij uitvallen van een hoofdgenerator gevaarlijk ver zou dalen .
Op de vaste ligplaats van de schepen zijn walaansluitingen beschikbaar ; via deze aansluitingen wordt een silicium-gelijkrichter van 16 kW gevoegd , zodat langs de kant liggend de totale belasting door de walaansluiting opgenomen kan worden .
Zoals reeds werd vermeld bestaat de brandblusinstallatie uit 2 LD pompen en 2 HD pompen . Het leidingschema is als volgt , en voedt ;
1 Een waterkanon ( 200 mm ) op het achterdek , gevoed door een leiding van 300 mm doorsnede . Het kanon is uitgerust met verwisselbare mondstukken van 80 , 70 , 60 , en 50 mm .
2 Een waterkanon van 150 mm op het stuurhuis
3 Een waterkanon van 150 mm op het voorschip . Deze kanonnen worden gevoed door leidingen van 250 mm doorsnede en zijn voorzien van mondstukken van 60 , 50 , 38 en 32 mm . DE straalpijpen van alle drie kanonnen zijn afschroefbaar en kunnen worden vervangen door schuimstraalpijpen met een diameter van 100 mm ( Alco L 16 ) . Deze straalpijpen zijn zelfaanzuigend ; de toevoer van het schuimvormend middel geschiedt door een in de voet van het kanon ingebouwde leiding . De schuimvoorraad bedraagt 2000 liter , verdeeld over 5 tanks .
4 Een verdeelkast op het achterschip met 5 afsluiters van 65 mm en 5 afsluiters van 102 mm . Op deze kast zijn eveneens 2 afsluiters aangebracht , waarmee water gevoerd kan worden naar een aantal aan SB en BB in het berghout ingebouwde sproeiers, welke zowel omhoog als omlaag spuiten .
5 Aan SB en BB een verdeelkast met 3 afsluiters van 102 mm.
6 Aan SB en BB een verdeelkast met 3 tussenmengers , omloopafsluiters en afsluiters van 65 mm.
7 Op het voorschip een verdeelkast met 4 afsluiters van 102 mm en 6 van 65 mm .
De slangaansluitingen zijn zodanig verdeeld dat de volle pompcapaciteit , zowel over het voorschip als over het achterschip afgegeven kan worden ; langszij liggend kan dit over SB óf over BB plaatshebben ; bij geopende omloopafsluiters immers zijn de tussenmengers kortgesloten en kunnen de 65 mm aansluitingen in de zijde voor waterafgifte benut worden .
De pompen in de machinekamer zuigen via schuifafsluiters op een zware van boord tot boord lopende leiding die met schuifafsluiters op tot aan dek reikende wierkasten is aangesloten . De diameter van deze leiding ( 450 mm ) is voldoende groot om beide pompen van één kant ( SB of BB ) te laten zuigen . Dit kan nuttig zijn bij werken langs de kant in ondiep water ; men kan dan van de wal afgekeerde zijde zuigen .
Tussen centrale zuigleiding en pompen zijn in de machinekamer nog gemakkelijk schoon te maken filters geplaatst.
OP de zuigleiding is nog aangesloten een naar boven lopende leiding die zich dan splits en aan dek , aan SB en BB , uitmond op 3 zuigkoppelingen van 125 mm . Op deze koppelingen kunnen zuigslangen worden gezet voor het leegpompen van bijvoorbeeld het ruim van een schip .
Tenslotte zit op de zuigleiding nog een leiding van 125 mm , waardoor de machinekamer eventueel leeggepompt kan worden .
Aan de perskant is elke pomp voorzien van een kleppenkast , waarin 2 losse kleppen , welke door middel van een handwiel gesloten kunnen worden .
OP elke pomp staat de ruimte boven één klep in verbinding met een zware leiding , waarmede de drie waterkanonnen gevoed kunnen worden ; de ruimte boven de andere klep staat in verbinding met een ringleiding , waarmede de verdeelkasten aan dek gevoed worden .
Hierdoor wordt het mogelijk om :
a met beide pompen de waterkanonnen te voeden ;
b met beide pompen de ringleiding , dus slangen te voeden ;
c met één pomp de waterkanonnen en met de andere pomp de ringleiding te voeden .
De sub c genoemde mogelijkheid werd noodzakelijk geacht , ten einde met de waterkanonnene op een hogere druk dan die op de slangen te kunnen werken , bijvoorbeeld 120 mwk op de kanonnen en 60 mwk op de slangen .
In de motorkamer zijn verder nog twee Myers hogedrukpompen geplaatst ; deze worden via een met de hand bedienbare koppeling direct door de hoofdmotoren aangedreven . Zij kunnen via grof - en fijnfilters zuigen van buitenboord óf uit de voor - trimtank . Daar gewoonlijk gevaren wordt met leidingwater in deze tank , kan dit voor nevelblussing worden benut , waardoor minder kans op vervuilen van de pomp of verstopping van de pistolen ontstaat . De HD pompen persen naar twee aan dek opgestelde slanghaspels, elk met 90 meter slang .
Zoals reeds werd vermeld wordt in 5 tanks totaal 2000 liter schuimvormend middel medegevoerd . Elke tank is via een membraamafsluiter verbonden met de door het gehele schip lopende schuimleiding ; op deze leiding zijn aangesloten de drie waterkanonnen en de 6 , aan SB en BB ( drie aan elke kant ) opgestelde tussenmengers . De schuimleiding mondt uit - via een membraamafsluiter - op een aan dek aangebrachte Storz-koppeling ; door op deze koppeling een slang met standpijp aan te sluiten kan direct vanuit een aan dek geplaatst vat gezogen worden ( dan moeten uiteraard de afsluiters aan de tanks dicht staan ).
Wordt op deze koppeling de persslang van een pompje , dat uit aan dek of op de wal liggende vaten zuigt , aangesloten , dan kunnen na openen van de tankafsluiters de tanks worden volgepompt .
Bovendien kunnen de tanks worden gevuld door twee vulpijpen, welke aan dek voor het voorfront van het stuurhuis uitmonden ; hierin kunnen ruime trechters worden geplaatst , waarin bussen schuimextract kunnen worden leeggegoten .
Om na gebruik de schuimleiding te kunnen reinigen is de perszijde van de algemene dienstpomp op de schuimleiding aangesloten .
Nadat de afsluiters aan de tanks gesloten zijn , kan deze pomp de schuimleidingen met overvloed van water doorspoelen ; door waarnodig aftappen aan te brengen zijn dode hoeken vermeden .
Daar het niet de bedoeling is aan boord te slapen , is alleen een zitverblijf ingericht ; de banken in dit verblijf kunnen snel in vier kooien getransformeerd worden , indien gewonden - of drenkelingen - transport dit nodig maken .
In de ruimte achter het verblijf is een aanrecht aangebracht ; het vuile water wordt in een aflooptank verzameld en - als deze tank volraakt - buiten boord gepompt . Op de aanrecht zijn een kookplaat en een koffiezetapparaat aangebracht , zodat bij koud weer warme dranken kunnen worden verstrekt . Drinkwater wordt in een tank medegevoerd en via hydrofoor naar aanrecht en toilet gevoerd.
In de stuurhut bevindt zich de navigatie - apparatuur , t.w.
a Het stuurrad en de bedieningshefboom van de hydraulische stuurmachine .
Deze stuurmachine werkt via een door de schroefas aangeven pomp en is zodanig ingericht dat op elk gewenst ogenblik , ongeacht de stand van het roer , de handsturen ( stuurrad ) naar machinaal sturen ( hefboom ) kan worden overgegaan ( of omgekeerd ) . De roerstand wordt elektrisch aangegeven door een roerstandaanwijzer .
b De bedieningskolom van de verstelbare schroef .
Met de aan deze kolom gemonteerde grote hendels kan de spoed van de schroef worden ingesteld van vol vooruit via de nulstand naar vol achteruit . Boven in de kolom zijn meters aangebracht waarop het aantal omw/min van de schroefas , de schroefspoed en de druk van de manoeuvreerolie kan worden afgelezen . Voorts zijn aan de kolom twee hendels aangebracht , waarmede de olie-afsluiters van de hydraulische koppelingen geopend kunnen worden ; na neerdrukken van een hendel loopt de desbetreffende koppeling leeg en wordt de motor dus van de tandwielkast ontkoppeld . Tenslotte bevinden zich in deze kolom de brandstofregelhandwielen van de beide hoofdmotoren . Door uittrekken van een knop kunnen beide handwielen worden gekoppeld ; verstelling van de regeling van één motor heeft dan gelijke verstelling van de andere motor ten gevolge .
c Vóó de bedieningskolom bevindt zich het instrumentenbord , waarop men de voor het bedrijf nodige meters aantreft , zoals toerentellers voor de motoren , drukmeters voor de brandbluspompen en verklikkerlichten voor oliedruk , olietemperatuur , koelwaterdruk , en koelwatertemperatuur . Ook vindt men op dit paneel twee meters , welke de stand van de regelstangen van de brandstofpompen der beide motoren aangeven . Daar deze stand een bruikbare maat is voor het door een motor afgegeven vermogen , moet bij parallelbedrijf ( bijvoorbeeld beide motoren op de schroef ) , door instellen van de brandstofregelhandwielen gestreefd worden naar gelijke aanwijzing van deze meters . Is gelijke aanwijzing bereikt dan kunnen de handwielen worden gekoppeld ; bij niet te grote verstelling blijven dan beide motoren een gelijk vermogen afgeven . Zonder deze meters zou het zeer wel mogelijk zijn om bij gelijk toerental door één motor 40 pk te laten leveren , terwijl de tweede motor slechts 10 pk zou geven .
d De radio - en radarinstallatie. De radio - installatie omvat een marifoon - zender / ontvanger voor de havendienst , een speciale uitluisterontvanger voor deze dienst en een mobilofoonzender/ ontvanger voor de brandweer .
Om een teveel aan geluidsproduktie in de stuurhut te voorkomen is deze laatste ontvanger uitgerust met toonoproep. Tijdens blusbedrijf , als de boot ter beschikking is van de brandweer , staat de brandweermobilofoon uiteraard voortdurend bij . Ook is een eenvoudige omroep-ontvanger ingebouwd met luidsprekers in stuurhut en zitverblijf .
Tenslotte vindt men in de stuurhut een echolood , waarmede constant de waterdiepte gecontroleerd ( en eventueel geregistreerd ) kan worden .
Achter de motorkamer bevindt zich de brandweerbergplaats , hierin wordt de speciale brandweerbergplaats ; hierin wordt de speciale brandweerinventaris geborgen . Deze omvat zuigslangen ( voor lenspompen ) , een flinke voorraad persslangen , straalpijpen , verdeelstukken , perslucht- en zuurstofapparaten , een propaan-zuurstof- snijapparaat , enz,enz .
In de kasten in het voorschip is een aantal schijnwerpers met statieven en aansluitkabels ( op haspels ) geborgen ; deze kunnen op de aan dek aanwezige stopcontacten worden aangesloten . Voor verwarming van verblijven , motorkamer en brandweerbergplaats is een centrale verwarmingsinstallatie ingebouwd ; zoals reeds werd vermeld , kan het warme water uit deze installatie door de watermantels van de hoofdmotoren gevoerd worden om het starten bij felle koude te vergemakkelijken .
pieter53
Berichten: 8765
Lid geworden op: 17 feb 2007 18:16
Locatie: Amsterdam
Contacteer:

Re: De machinekamer.

Bericht door pieter53 »

Bedankt Sjaak.
Jij krijgt wel een hoop typervaring of had je die misschien al?
Pieter Klein, Amsterdam
Afbeelding
Hoe meer je weet, hoe beter je beseft dat er nog zo veel meer te weten valt....
Plaats reactie