Herinneringen van "teerkwast".

Alles over binnenscheepvaart
mastodont
Berichten: 8161
Lid geworden op: 11 mar 2007 12:14
Locatie: Terneuzen

Re: Herinneringen van TEERKWAST

Bericht door mastodont »

x
*Waterman*
Berichten: 751
Lid geworden op: 30 dec 2004 23:59
Locatie: Dordrecht

Re: Herinneringen van TEERKWAST

Bericht door *Waterman* »

Wellicht gaat de reis voor een leuke daghuur en dan is elke dag er weer een ....................:P

*Waterman*
Wrijfhout
Berichten: 8843
Lid geworden op: 30 dec 2004 17:24

Re: Herinneringen van TEERKWAST

Bericht door Wrijfhout »

Ja, ja, effe geduld... het moet allemaal wel kloppen anders krijgen we kommentaar.
Foutjes kan je je hier niet permitteren, wat jij Bart?

gr. Harry
"Het forum is net een lopend buffet; je neemt wat je lekker vindt en wat je niet lust laat je liggen..."
ossebaar.j
Berichten: 1435
Lid geworden op: 02 jan 2007 09:50
Locatie: purmerend

Re: Herinneringen van TEERKWAST

Bericht door ossebaar.j »

Uit mijn tijd deden we met de Neska 132 met een sleep van 3 schepen ,een reis naar de Ruhr en ledig retour met sleep 6 a 7 dagen . Dus als je alles goed beschrijft dan ben je zo een aantal pagina's verder . Als we met erts naar de ruhr moesten dan werden de ruimen 1 en 8 dicht gelegd . Op de luiken werden de beide meerdraden ruim opgeschoten ,zodat ze zonder kinkslagen gebruikt konden worden .Het ruimopschieten was dat de slagen van de draad ,per slag in de werkrichting neergelegd werden ,zodat bij gebruik de aflopende slag niet onder de volgende slag schoot .
velasquez

Re: Herinneringen van TEERKWAST

Bericht door velasquez »

Dat waren dan toch wel kleintjes, zoals torvi of een platte.
En afvarig maximaal 2 omdat de 131 en 132 zeer moeilijk de kop voor nam wat bij elk motorschip een probleem is doordat de strangen eigenlijk te ver naar achteren staan.
karelzijpe
Berichten: 3099
Lid geworden op: 07 dec 2010 12:13
Locatie: Vlaardingen

Re: Herinneringen van TEERKWAST

Bericht door karelzijpe »

Zeg teerkwast, ik zie die kranen wel draaien, ik ben zelf een "haringkop"
Karel
karelzijpe
Berichten: 3099
Lid geworden op: 07 dec 2010 12:13
Locatie: Vlaardingen

Re: Herinneringen van TEERKWAST

Bericht door karelzijpe »

En als je de boodschappen aan boord heb, dan kan je nu wel aan gaan maken , over de vloed.
Karel
ossebaar.j
Berichten: 1435
Lid geworden op: 02 jan 2007 09:50
Locatie: purmerend

Re: Herinneringen van TEERKWAST

Bericht door ossebaar.j »

Over het slepen met de motorschepen noch even het volgende . Als je de vuistregel tonnen per pk's hanteert dan is er voor het traject Rotterdam-Ruhr ca 6 ton vracht per pk .Dus voor de 131/132 bij 1000pk ongeveer 6000 ton lading . De rederij kennende kreeg zoveel mogenlijk de maximaal laadvermogen te vervoeren .
Het slepen afvarig had het volgende probleem . Het schip was 80 meter lang en het aangrijppunt van de strang lag ongeveer 4-5 meter voor de achterboeing . Daar deze schepen uitgevoerd waren met 6 roeren volgens het Hitzlerspatent , wat inhield als het roer aan boord lag dan vormde het middenroer ,samen met het zijroer EEN groot roer . Dus meer stuwdruk op het roer . In mijn tijd waren er noch geen kopschroeven . Dit kon bij deze schepen ook niet ,want als je leeg was dan kon je onder de voorsteven doorkijken ,zover lag je leeg achterover .
Wrijfhout
Berichten: 8843
Lid geworden op: 30 dec 2004 17:24

Re: Herinneringen van TEERKWAST

Bericht door Wrijfhout »

De Myriam, een 2500 tons sleepschip, heeft in Vlaardingen in de Vulcaanhaven voor Wesseling geladen en wordt door een havenboot naar ankerplaats De Merode gesleept.
Het is vrijdag 17 september 1972.

Op naar de Merode…

We varen langs de gashouder bij het Mallegat, hier was het vroegere Rijnvaarthuis wat in mijn tijd Discotheek Mallegat heette. Houthandel en Emballagefabriek Movi schuift ook langs en even verderop zie ik de torenkranen van Piet Smit. We zitten ter hoogte van de Steenplaat waar de sleepschepen rijen dik ten anker liggen te wachten tot ze door een havenboot worden opgehaald. Op de helling bij Piet Smit ligt de Gunard Ambassador. Ik heb het zeeschip iedere reis een stukje groter zien worden, nu is het zover dat het binnenkort te water gelaten kan worden. Het motorschip Gaasterland ligt voor de kant. Op de helling staan ook verschillende Rijnschepen die hier voor reparatie en schoonmaken en teren zijn droog gezet. Spidobootjes varen af en aan en schieten ons aan alle kanten voorbij. We komen nu aan het eiland Brienenoord, er achterlangs loopt het Zuiddiepje. Daar lag vroeger het opleidingsschip Batavier van de N.R.V., daar werden jonge knapen opgeleid tot scheepsjongen of matroos. Aan de andere kant van de rivier liggen verschillende schepen bij machinefabriek Keller voor de deur. Over stuurboord is de ankerplaats van de tankschepen waar het kantoorschip Omnia van Van Ommeren ligt. De Germania en de Holsatia liggen er op de boven-boot te wachten.
Afbeelding
Het Rijnvaarthuis...

Afbeelding
discotheek Mallegat

Als we onder de Van Brienenoordbrug varen zie ik de Albatros-fosfaatfabriek waar ik met mijn vader verschillende keren heb gelost. Zo te zien ligt de eigen kempenaar er zuur te lossen.
Aan stuurboord varen we langs het IJsselmondse Hoofd waar op het steiger de Neeltje Jorina ligt die een veerdienst onderhoud tussen IJsselmonde en Kralingseveer. Even verderop staat een watertoren, vlak bij het balkengat van houthandel Huizinga. Als we daar langs varen zie ik dat er op een donkere loods met grote witte letters ‘kreosoteer-inrichting’ staat geschreven. We naderen nu de Merode waar we ten anker zullen gaan. Onze sleepboot, de Mars 3, draait de regulateur iets dicht waardoor onze snelheid langzaam afneemt. Terwijl mijn aandacht uitgaat naar de torenkranen van Verolme hoor ik dat de boot de regulateur helemaal dichtdraait en stopt. De spanning is van de sleepdraad en met een zacht gangetje drijven we naar boven.

Ik maak nu het grote stokanker klaar en tik de schijf van de hoofdketting los en daarna de vang. De schijf van de neuringketting krijgt een tik met de dekstopper zodat ook die los is. Vervolgens kijk ik gelijk of de stagen van de kranenbalk strak staan. Als dan de schipper zegt: “Gooit um maar los” geef ik de stuurman van de boot een seintje met mijn hand waarna hij aan het touwtje van de sleephaak trekt en de draad overboord glijdt. Terwijl ik de draad binnenhaal komt de boot op zij bij de middelbolders. Als de stuurman daar de tros heeft vastgezet slaat de boot hard achteruit en haalt de gang uit de Myriam. We drijven bij een ander sleepschip op zij en achterop hoor ik het anker vallen en de ketting er uit rammelen.
Als de schipper bij de bolderbank met zijn hand een teken geeft laat ik voorop het anker vallen, wat gepaard gaat met een hoop herrie van twee kettingen. Nadat de gang er een beetje uit is rem ik de hoofdketting een beetje af en draai de vang vast. Achterop klinkt nu het geluid van het binnen draaien van een anker. Ik steek wat ketting, tot de schipper zegt: “Vast!” Dan draai ik de vangen aan en tik de schijf van de hoofdketting vast. Dan is het tijd om de sleepvlag naar beneden te halen en deze vervolgens opgerold in de roef op te bergen. Als ik zo om me heen kijk zie ik verschillende sleepschepen rondom ons liggen. Boven ons liggen de Richard 5 en de Agatangelus met daar binnen een EWT-sleepschip. Hoger op zie ik bij Verolme een rijtje Damco-sleepschepen liggen. Die schepen herken je al van verre, ze hebben allemaal een groen-wit-groene boeiing. Het gezegde was: ‘groen wit groen ,veel doen en weinig poen’. Dat was natuurlijk schipperspraat, zo had je er nog een paar: ‘W.T.A.G.: Wir Trinken Alle Gerne’ en wat de N.P.R.C. aanging, dat was de Nederlandse Particuliere Race Club.
Afbeelding
Ankerplaats Merode

Inmiddels loopt de kaptein van de Mars 3 naar achteren en gaat samen met de schipper naar binnen. Ondertussen vul ik het ‘bernardje’ weer met benzine en water en slinger hem voor de zoveelste keer aan de gang. Nadat ik de slang in het water heb gehangen en hem een paar keer op en neer heb gehaald heb ik weer water en ga verder met het achterschip af te spuiten en wat voorboenen zodat we het weekend er schoon bijliggen. Het echte boenen doen we pas als we gaan varen, daar ben je ruim 2 dagen zoet mee.

De kaptein en de schipper komen weer naar buiten en nadat de kaptein de schipper een hand gegeven heeft loopt hij terug naar de boot en zegt tegen de stuurman: “Lekko!”
Terug in de stuurhut geeft hij de gebruikelijke geluidsseinen en dan draait de boot over bakboord weg terug naar de stad voor de volgende klus. Ik steek mijn hand op als groet naar de mannen op de sleepboot die van ons wegvaart.
De schipper die bij mij is komen staan vraagt of ik wil uitkijken naar de Spido.
Terwijl ik achterop bezig ben zie ik de Secunda van Ouderkerk ad IJssel afkomen, gevolgd door de Huig Rook sr. De zandhazen zijn het weekend ook weer thuis. Dan zie ik in de verte een Spido-bootje aankomen. Ik zwaai net zolang met mijn armen tot ik zie dat ze mij gezien hebben. Met een klop op de deur waarschuw ik de schipper dat de Spido onderweg is. De schipper en zijn vrouw komen samen naar buiten en staan in het gangboord als de Spido op zij komt en stappen aan boord van het bootje dat hen naar IJselmonde brengt. Ik ga verder met schoonmaken. Terwijl ik om me heen kijk zie je dat Rotterdam toch echt een drukke haven is waar schepen af en aan varen. De motorsleepboot Robert van Van Riemsdijk komt met 2 sleepschepen naar beneden en wordt opgelopen door de lege Laurentius. Een tankmotor die voorop de blauwe vlag heeft getrokken dendert met een grote golf voor de kop voorbij. Terwijl ik zo bezig ben overpeins ik wat ik het weekend ga doen. Als we niet gaan varen. het is vrijdag, dus wie weet… De Zagri 10 gaat langs, deze zal nog wel moeten lossen vandaag. Even later komt de duwboot Friedrich Janssen van Krupp voorbij, die gaat met 2 bakken naar boven. Het is een omgebouwde sleepboot, hij werd in 1955 gebouwd om te slepen maar het is duwen geworden. Je zou bijna vergeten dat er ook nog gewerkt moet worden: nu komt het passagiersschip Rijnhaven naar beneden. Er staan veel mensen op het zonnedek waarvan een aantal naar mij zwaait. Als de sirene van de Albatros loeit zie ik dat het 4 uur is. tijd voor de ploegenwissel. Ik ga verder met het gangboord boenen. Een kwartier later hoor ik bij de IJselwerf en Verolme de sirenes gaan, gevolgd door Boele en nog wat werven in Bolnes.
Afbeelding
Riviercruises in de jaren zeventig, het mps Rijnhaven.

De Spido komt mijn kant op en de schipper en zijn vrouw stappen in het gangboord.
De schipper roept me en zegt: “Bart ik heb nog wat voor je”, en hij duwt een envelop en een kaart in mijn handen. “Dit is voor jou, ga maar weekend vieren. Zorg wel dat je maandag op tijd aan boord bent, we gaan met de Sirius en de Robert naar boven,” Ik denk hardop en zeg:
’nou, dat wordt een zware sleep’. Maar de schipper zegt dat de Sirius er in Uerdingen af gaat. Omdat ik nog plannen voor vanavond heb vraag ik de schipper of ik de roeiboot mee mag nemen. “Natuurlijk” zegt hij, “maar leg hem wel goed vast.” Als de schipper naar achteren loopt bekijk ik de kaart ik zie dat hij uit Engis komt met zicht op de Maas. Op de achterkant staat geschreven dat mijn ouders zaterdag in Rotterdam komen lossen bij de Albatros fosfaatfabiek, mooier kan niet, dat is hier tegenover. Dan kan ik met het veer overvaren.
Nadat ik het andere gangboord heb geboend ruim ik de slangen op in het herft. De bernard gaat terug naar het middenherft, ik steek de ankerlichten achter en voor aan en kijk nog eens naar de ankerlier voor ik de roef in ga.

Als ik me uit mijn ketelpak heb gewurmd zet ik de waterketel op het gas en leg beneden in de disco Bob Dillan op de draaitafel en zet het geluid op tien. Daar komt het: ‘you be on your own like a rolling stone’ en ik ga terug naar boven en zet een bakkie thee. Onder het genot van een sigaartje lees ik de krant die ze voor me meegenomen hebben. Plotseling hoor ik het geluid van een vallend anker. Als ik buiten kijk zie ik dat de Maris langszij is gekomen, een Belg. De klok tikt verder en ik zie dat het al bij zessen is geworden en besluit een douche te nemen en me een beetje op te kalefateren. Gestoken in een net pak en een paar mooie stappers sluit ik de deur af, maar niet voordat ik in de roef alles netjes heb opgeruimd en de hoofdkraan van het gas heb afgesloten. Als laatste zet ik de Dual geluidsinstallatie uit. De sleutel leg ik onder de kap van het zijliertje en loop vervolgens naar achteren en meld dat ik wegga. De schipper zegt: “Kijk je wel een beetje uit…” en duwt een geeltje in mijn hand, “hier voor een biertje”.
Afbeelding
sls. Maris in Klein Ternaaien boven de sluis

Ik pak het touw van de roeiboot met mijn leren handschoenen en trek de boot op zij. Het touw gooi ik op het voorplechtje en stap in de roeiboot. Omdat ik schoon wil blijven ga ik wrikken, want ons vletje is nu eenmaal een werkboot. Ik neem de roeiboot mee zodat ik terug kan gaan wanneer ik wil, want de Spido vaart niet zo vroeg meer. Als ik aangekomen ben bij het haventje leg ik de roeiboot achter het steiger goed vast, zowel voor als achter zodat de roeiboot met opkomend water niet onder het steiger kan komen. In het dorp loop ik naar de halte waar ik de R.E.T.-bus kan pakken naar Feyenoord, vandaar ga ik met de tram naar de stad. Als ik over de Koningsbrug rijd zie ik dat er aardig wat sleepboten voor de kant liggen bij de hef aan de Nassaukade. De Germa 3 ligt er, de Maaskade en de Limburgia. De sleepboten zullen na het weekend wel druk zijn bij Boele Bolnes. Als we dan de v d Takstraat doorrijden, op weg naar de Willemsbruggen, komen we langs een bekend Feyennoord cafe: Chez Marta. Hier komen sommige spelers een biertje halen na de wedstrijd, als we dan op de Willemsbrug rijden zie ik het Witte Huis met de bekende Van Nelle reclame. Even later rijden we langs het Boerengat waar bij de draaibrug het brugwachtershuisje in het water staat. Men zegt dat de brugwachter daar in dat kleine achtkantige gebouwtje woont. Dan komen we bij station Blaak en volgen verder het Hofplein-lijntje waarna we bij station Hofplein komen. Ik besluit om hier uit te stappen en op mijn gemakkie naar de Meent te lopen waar ik bij Wienerwald een lekker kippetje ga eten. Als ik daar dan een uurtje gezeten heb, ga ik naar buiten waar ik de bus pak naar het Noordereiland waar ik in de vd Tak straat uitstap. Ik wil even aan de Nassaukade kijken bij het cafe van Toon de Ruiter waar ik kwam als we daar met de sleepboten, waar ik vroeger op gevaren heb, voor de kant lagen. Als ik de vd Takstraat uit loop, richting Koninginnebrug, hoor ik de sirene van de hefbrug gaan en terwijl ik aankom lopen zie ik de zware contragewichten omlaag komen en de brug omhoog gaan. Even later zakken ook de spoorbomen voor de Koninginnebrug en wordt het weinige verkeer dat er rijd opgehouden. Als ik voor het stenen muurtje sta zie ik voor de Prins Hendrikkade de Nashorn met vier schubbakken drijven, als vervolgens de lichten op groen gaat komen er twee grote rookpluimen boven de stuurhut uit en komt de duwboot langzaam door het bruggengat gevaren. Van de andere kant komt de Duwvogel met een paar tankbakken, als de boot half onder de brug door is gaat de sirene weer en even later zijn beide bruggen weer dicht. Als ik weer wil gaan lopen komt er met een hoop lawaai een ‘hondekop’ over de spoorbrug gereden. Ik stap binnen bij Toon de Ruiter en zie gelijk enkele bekende kapteins en stuurmannen en ik ga gezellig tussen de jongens zitten. Als Toon zegt: “Je hebt wat te goed van die kaptein.” vraagt hij of ik nog een schip zoek. Ik zeg ‘nee, ik zit momenteel goed naar mijn zin’. ”Dat is mooi” zegt Toon en gaat een andere klant bedienen.
Ik steek mijn glas omhoog en zeg ‘proost’. Nadat ik hier een uurtje doorgebracht heb reken ik af en ga terug de brug over en loop langs de Prins Hendrikkade naar het café van Piet de Bruin, hier komen veel Duitsers van de rijnschepen die voor de kade liggen. Na wat gepraat en gedronken te hebben met Roos gaat de deur open en komt de rozenman naar binnen. Ik koop een roos voor Roos en geef de rozenman een biertje en reken af. Buiten loop ik langs de Maaskade richting de Willemsbrug. Het is nu stil geworden op het water, een enkeling komt nog naar beneden. Ik steek de vd Takstraat over en loop verder langs de Maas. Dan loop ik de straat in waar Vlag en Wimpel op de hoek zit. In dit café hangt van elke Rijnvaart rederij die bestaat of bestaan heeft een vlag. Hier zwaaien Tijger Ponsen en tante Moes de scepter. Het is een gezellig café waar ook veel Duitsers en Zwitsers van de Rijnvaart komen. Inge, de dochter van tante Moes, staat achter de tap. Ik bestel wat en zeg: ‘neem zelf ook wat en geef die jongens ook wat.’ Als ze even tijd heeft praten we samen wat en dan komt ook hier de rozenman binnen. Hier is veel klandizie voor hem want hier zitten ook meisjes uit de stad. Ik koop een roos voor Inge en tante Moes. Dan zegt Jopie: “en ik dan?’ Ik zeg, ‘jij bent al voorzien.’ Zo breng ik hier nog een paar uurtjes door, als het dan sluitings tijd is gaan we met een groepje de Koninginnebrug over en eten nog een broodje bij ‘dag en nacht’. De jongens vragen: “Wat gaan we doen, gaan we naar de mutsenclub of naar De Leiperd?” De mutsenclub is een kleine bar-discotheek op het Stieltjesplein. De Leiperd is een echte rock en roll tent onder de Maasbruggen. als het ware in de catacomben. Dit is echt een ruige tent waar ook wel wordt geknokt, maar de muziek is great. Carl Perkins, Chuck Berry en voor de slijpers ‘good old’ Percy en Fats. Nadat ik wat gedanst en gesjanst heb loop ik naar een taxistandplaats en laat me terugbrengen naar IJsselmonde. Ik reken af en loop met wankele schreden het steiger op en gooi de roeiboot voor en achter los. Als ik dan na veel geklungel tussen het steiger weg ben wrik ik de roeiboot het haventje uit en ga bakboord af. Als ik dan de van Brienenoordbrug zie denk ik:’hier gaat iets niet goed’ en kijk beter om me heen. In de verte, de andere kant op, zie ik de ankerlichten boven de donkere vlekken op het water schijnen. Nadat ik wat langer kijk zie ik ook de torenkranen zich aftekenen tegen het maanlicht. Ik zeg een paar keer wat tegen mezelf en wrik de roeiboot om, deze keer met de kop naar boven. En zo wrik ik langs de kant terug naar boven. Als ik langs het haventje vaar zeg ik nog eens wat en wrik stug door, zo goed en zo kwaad als het gaat…
Afbeelding
Wachtende werkpaarden...

zaterdag 18 september 1972

Hoe ik precies aan boord gekomen ben weet ik niet meer, maar ik word wakker van gebons in mijn kop, tenminste, dat denk ik. Ik kijk eens op de wekker en zie dat het tien voor zes is. Terwijl ik mij omdraai om verder te gaan waar ik mee bezig was, hoor ik weer dat gebons. Nu ga ik maar eens rechtop zitten in mijn bed, en dan ineens gaat het licht aan. Verdorie, denk ik, dat is de roeiboot, die ligt tegen de zwart gelakte kop te stoten, Toen ik aan boord kwam was er nog stroming maar nu is het dood tij, ik vlieg mijn bed uit en trek gauw wat kleren aan en ren naar boven en naar buiten en zie bij de bolderbank de roeiboot schommelen. Ik kijk over de boeiing en zie dat er wat teer afgeschraapt is van de kop. Gelukkig net achter de voorste bolder, want daar stopt de gelakte plaat. Als die beschadigd was geweest had ik een hoop werk gehad want zo als ik al verteld heb lagen wij ook in het ligwerk. Dus de Myriam zag er perfect uit en denk nou niet: dat word even bijgeplekt, dat was er niet bij. Afsteken, schuren, schuren, schuren, vullen met verf, schuren, schuren en afwerken. Zo ging dat. maar die teerplekken poets ik wel weg. Ik vier het touw van de roeiboot uit en spring dan in de boot en pak het achtertouwtje en leg dat vast op de voorste middelbolder. Ik ga terug naar de roef en duik mijn mandje weer in. Als ik een paar uur later weer wakker word, komt het zonlicht door de patrijspoort het vooronder binnen. Ik kijk op de klok en zie dat het inmiddels bij negenen is geworden. Ik ga naar boven en was mij, poets mijn tanden en kleed mij aan. Zet een keteltje water op het vuur en maak het melitta filterpotje klaar en kook op mijn gemak een eitje. Als ik het filter opgegoten heb, ga ik naar beneden en zet de omvormer en de Dual installatie aan en zoek een lp van Woodstock en zet het geluid op zes. Als ik boven kom ga ik eerst lekker ontbijten en als ik klaar ben ruim ik de rommel op en ga buiten aan dek op de bolder zitten met een lekker sigaartje. Als ik om me heen kijk zie ik de kranen van de Albatros nog draaien. Even later komt de Gerjo met 2 sleepschepen naar beneden. Dan zegt de schipper door de luidspreker: “Bart als je trek in koffie hebt, de koffie staat klaar!” Ik sta op van de bolder en loop naar de voorkant van de roef en trek de stekker van het ankerlicht er uit en loop dan door het gangboord naar achteren. Klop eerst op de deur en doe vervolgens mijn schoenen uit en ga de roef binnen. Zoals ik al een keer uitgelegd heb, de afstand tussen schipper en personeel was in die tijd zeer groot, zeker bij rederijen, bij particuliere schippers was dat stukken minder, maar je moest wel je plaats weten. Als een schipper een goede matroos had en hij was tevreden over je, dan kon je met elkaar lezen en schrijven tot een bepaalde hoogte. Bij deze schipper mocht ik ook achterop komen om te eten tussen de middag en voor de koffie. Dus we zitten met elkaar aan de tafel samen te praten, ik zeg dat mijn ouders komen lossen bij de Albatros. dus als ze vanmiddag afgevaren komen ga ik op bezoek.
De schipper zijn vrouw zegt: “dat is fijn voor je, want die zie je niet zoveel.” Dat klopt want mijn ouders varen veel op de Maas, dus op de Waal komen we elkaar nog wel eens tegen.
Afbeelding
mslb Gerjo

Afbeelding
De Willem 1 van Maas uit Stein waarop Bart's vader schipper was.

Ik zeg dat ik met de Spido ga en de roeiboot niet nodig heb. Als we dan aan het tweede bakkie bezig zijn horen we een hoop getoeter. Als ik naar buiten kijk zie ik de Willem1 af komen drijven. Mijn broer staat voorop te zwaaien en pa en ma en mijn zus in de stuurhutdeur. Als de Willem 1 ter hoogte van de Albatros is gekomen en er geen vaart in de weg is, geeft pa de voorgeschreven seinen en gaat voor de Brienenoordbrug rond. Ik wens de schipper en zijn vrouw een fijn weekend en ga snel naar voren. Als ik voorop ben in de roef zet ik de radio aan, deze radio is een Schaub Lorenz, die dingen doen het zelfs onder dek. Ik ga me douchen en netjes aankleden. Ondertussen kijk ik naar buiten of ik de Spido zie. Als die er aankomt en mij gezien heeft zet ik de radio uit en sluit de hoofdkraan van het gas. Ik stap aan boord van de Spido en we gaan richting IJsselmonde.

Eenmaal met de Spido in het haventje aangekomen moet ik in mezelf lachen als ik het steigertje zie waar ik de vorige avond zo heb lopen klungelen. Als de Spido vast gemaakt heeft en ik van boord stap loop ik naar het dorp waar ik eerst een mooie bos bloemen voor mijn moeder koop. Terug bij de rivier loop ik het veersteiger op waar nog wat mensen staan te wachten op de Neeltje Jorina. Als ik naar de overkant kijk zie ik bij de albatros de Willem1 al liggen en als ik dan mijn blik naar boven richt zie ik het veerbootje aankomen varen. Er is geen afvaart maar wel opvaart, de Rodort 11 en de Navex 7 komen vlak langs het steiger omhoog gevaren. Als de veerboot dan bij het steiger is slaat de kaptein even achteruit en gooit de matroos-kaartverkoper een touw met een dubbele bocht om de paal. Met de schroef er bij blijft de boot mooi vlak aan het steiger liggen. Als de gasten dan van boord gegaan zijn wenkt de matroos: ‘komt u maar’, we kopen een kaartje en gaan aan dek staan achter het stuurhutje en wachten nog even op wat laatkomers. Als iedereen aan boord is gooit de matroos na een seintje los en vaart de Neeltje Jorina even achteruit en draait dan de kop op de stroom. Als de Navigatie van Baay uit Hansweert voorbij is varen we de rivier over richting Kralingseveer. Wanneer de veerboot vast ligt stap ik van boord en loop over de dijk richting Albatros fosfaatfabriek. Aan de poort meld ik me bij de portier en zeg dat ik op bezoek ga bij mijn ouders. De man vertelt mij hoe ik naar de kade moet lopen. Daar aangekomen loop ik onder de loskraan door en daal de trap af naar de Willem1 waar ik word verwelkomd door mijn vader. We lopen samen naar achteren en gaan de stuurhut binnen waar de rest van de familie op mij wacht. Ik geef de bloemen aan mijn moeder en geef haar en mijn zus een zoen en mijn broer een hand. Daarna gaan we met z’n allen aan de ‘Kaffee und Kuchen’. mijn moeder is Duitse en daar wordt in het weekend zelfgebakken koek gegeten in plaats van brood. Mijn broer zegt: “Wat een grote bak is die Myriam, daar past de Willem wel vier keer op de luiken.” En zo zitten we gezellig te praten met z’n allen, mijn vader zegt: “en, heb je nog wat bijgeleerd naar boven?” Ik zeg dat het varen op een sleepboot mooier was, maar dat ik bij Rensen ook niet slecht zit. Dat we ook wel in het ligwerk liggen. Mijn vader zegt dan: ‘die Myriam ziet er wel netjes uit, net als de Miosotis die we wel eens in Stein zien liggen.” Ik zeg dan: ‘als je het een beetje bijhoudt heb je ook geen onderhoud nodig.’ Dan komt mijn zus Anneke aan met een klein poedeltje op de arm, ze zegt: “dit is Pipo, lief hè?”.Ik pak het kleine beestje beet en aai het voorzichtig. Dan zegt mijn moeder dat het eten klaar is en gaan we met z’n allen aan tafel zitten. Mijn vader zegt tegen Henk, mijn broer,: “als de Adcama leeg is zijn wij aan de beurt, maandag. Ik hoorde dat ze hem wel leeg maken.” Na het eten gaat mijn vader een beetje rommelen aan dek en zegt mijn broer: ‘Bart zullen we straks naar de Myriam gaan? Ik wil dat wel eens bij jou aan boord kijken.” ‘Dat is goed’ zeg ik, ‘dan gaan we met de roeiboot’ ‘” Dan ga ik mee”, zegt Anneke. “ik wil dat ook wel eens zien op zo’n groot schip.”. Dus Henk stapt op de roef met op zijn sokken ,en draait met de kranenbalk de roeiboot omhoog en draait de boot buitenboord en laat hem op de rem in het water zakken. Ik pak het touw en zet dat op de achterbolder vast. Als mijn zus dan klaar is trek ik de roeiboot opzij en terwijl Anneke en Henk instappen houd ik de roeiboot bij de kop vast en stap dan ook in. Mijn moeder roept nog: “ kijken jullie uit?” En dan zijn we weg. Henk en ik roeien de boot een flink stuk naar boven en als de Eiltank in de afvaart gepasseerd is draaien we de kop naar stuurboord en scheren we over op de stroom. We wachten even tot de Hercules voorbij is. deze duwboot bestaat uit twee sleepboten die doormiddel van een ijzeren constructie met elkaar verbonden zijn. Het is een vreemde verschijning op de Rijn. Dan komen we bij de buurman aan en laten ons afzakken zodat we bij de Myriam kunnen komen. We roeien aan de binnenkant naar het voorschip en ik leg de roeiboot vast op de middenbolder.

wordt vervolgd
Afbeelding
moeder, zus Anneke en Bart zelf aan boord van de Willem 1 in Antwerpen
"Het forum is net een lopend buffet; je neemt wat je lekker vindt en wat je niet lust laat je liggen..."
teerkwast
Berichten: 3842
Lid geworden op: 12 nov 2010 20:41
Locatie: vlaardingen

Re: Herinneringen van TEERKWAST

Bericht door teerkwast »

karel jij hebt het over aanmaken over de vloed.maar ik denk dat dat geen goed idee is.als z,n grote boot als de 9 dan zal aan maken met 6 schepen dan ging het denk ik niet goed komen.alles zal kriskras door elkaar drijven.ik denk met 1 schip dat dat nog wel lukken zal .nee met het laatste beetje eb lijkt mij iets logisher.of niet wie het weet mag het zeggen
Afbeelding
Plaats reactie