Re: P.Smit JR. (de geelbanders)
Geplaatst: 27 dec 2012 23:29
De herstructurering van de vloot: wat de namen willen zeggen
Nadat Piet Smit Jr. op 1 januari 1913 (nu 100 jaar geleden dus), z'n bedrijf aan de heer D.G. van Beuningen had verkocht, vroeg laatstgenoemde aan de directeur van de sleepvaartonderneming, dher Van Ouwerkerk om een begin te maken met de herstructurering en modernisering van de vloot. Dit hield in dat een groot aantal boten een nieuwe naam kreeg, er werd immers een systeem ingevoerd, dat samenhing met het aantal ontwikkelde paardekrachten dat de machines konden ontwikkelen:
De kleinste slepers (tot 100 ipk) kregen de naam van een haven, bijvoorbeeld 'Rijnhaven'.
De midenklasse boten (met ca. 120 ipk) kregen de namen van steden, bijvoorbeeld 'Venlo' of 'Leiden'.
Sleepboten van ca. 160 ipk kregen de naam van een rivier, zoals 'Lek' of 'Noord'.
De grotere vermogens van rond de 300 ipk kregen de naam van een land, zoals 'Frankrijk', 'Noorwegen', 'Nederland'...
De sterkste sleepboten (rond de 500 ipk) kregen de naam van een werelddeel of een belangrijk gebied: 'Europa', 'Afrika', 'Java'. In 1926 werd daar nog een grote krachtpatser aan toegevoegd: de Siberie, bijgenaamd "de Beer", de triple expansiemachine leverde 590 ipk, in reclames afgerond op 600 ipk. De Siberie had bovendien een ijsbrekersteven en was voorzien van een systeem om via het over- en terugpompen van water in tanks, ingebouwd op diverse punten in het vaartuig, het zwaartepunt van de sleper dusdanig te kunnen variëren dat het zichzelf kon loswrikken uit vast ijs.
In 1927 werden 2 kleinere zusjes van de Siberie, op eigen werf, gebouwd: de Italie en de Engeland, beide 300 ipk sterk
Voor de kleinere sleepklussen werden in 1928 dertien vrijwel identieke sleepboten op de werf van Piet Smit Jr. gebouwd. Ze waren twintig meter lang, hadden ieder 160 ipk en kregen de namen van rivieren, zoals Regge, Zaan, Rotte en Zijpe.
Tijdens de strenge winter van 1929 werden ze succesvol ingezet als ijsbreker. Dezelfde winter was ook de vuurdoop voor de krachtige Siberie. Overal waar ze werd ingezet (de masten en schoorsteen waren neerklapbaar ivm bruggen) kwamen drommen mensen dit toonbeeld van kracht bewonderen.
In 1930 kwam er voor de assistentie van middelgrote zeeschepen de 275 ipk sterke Noorwegen bij. In hetzelfde jaar nog de iets sterkere (300 ipk) Spitsbergen.
De in 1931 gebouwde Afrika had met 550 ipk bijna evenveel vermogen als de Siberie. Zowel de Siberie als de Afrika waren onder klasse gebracht en mochten op zee varen. Vijf jaar later kocht Leen Smit & Co's Internationale Sleepdienst de Afrika. Het schip werd herdoopt in Maas (III). Om het even ingewikkeld te maken: de in 1918 voor Van der Schuyt in Papendrecht gebouwde kleine zeesleper Beatrix werd in 1919 aan de Internationale Sleepdienst verkocht, waar het de naam Maas (II) kreeg. Enkele maanden nadat de Afrika van eigenaar wisselde, ging deze Maas (II) op haar beurt naar Piet Smit Jr., waar de sleper herdoopt werd in Java.
In 1936 kocht Piet Smit Jr. opnieuw een sleepboot van L. Smit, te weten de Waterweg, dit schip werd herdoopt in Borneo.
Op 1 juli 1931 kwam het tot de oprichting van een sleepvaartcentrale voor de havensleepdiensten in de Rotterdamse haven. Dit was hard nodig om tot een verdeelsleutel te komen. Meer daarover, en de rol van Piet Smit Jr. hierin, de volgende keer. En de verdere ontwikkelingen in de vloot natuurlijk, zoals de eerste motorsleepboot voor het bedrijf.
met dank aan Nico J. Ouwehand en Nationaal Sleepvaart Museum, Maassluis
groeten,
Robert
Nadat Piet Smit Jr. op 1 januari 1913 (nu 100 jaar geleden dus), z'n bedrijf aan de heer D.G. van Beuningen had verkocht, vroeg laatstgenoemde aan de directeur van de sleepvaartonderneming, dher Van Ouwerkerk om een begin te maken met de herstructurering en modernisering van de vloot. Dit hield in dat een groot aantal boten een nieuwe naam kreeg, er werd immers een systeem ingevoerd, dat samenhing met het aantal ontwikkelde paardekrachten dat de machines konden ontwikkelen:
De kleinste slepers (tot 100 ipk) kregen de naam van een haven, bijvoorbeeld 'Rijnhaven'.
De midenklasse boten (met ca. 120 ipk) kregen de namen van steden, bijvoorbeeld 'Venlo' of 'Leiden'.
Sleepboten van ca. 160 ipk kregen de naam van een rivier, zoals 'Lek' of 'Noord'.
De grotere vermogens van rond de 300 ipk kregen de naam van een land, zoals 'Frankrijk', 'Noorwegen', 'Nederland'...
De sterkste sleepboten (rond de 500 ipk) kregen de naam van een werelddeel of een belangrijk gebied: 'Europa', 'Afrika', 'Java'. In 1926 werd daar nog een grote krachtpatser aan toegevoegd: de Siberie, bijgenaamd "de Beer", de triple expansiemachine leverde 590 ipk, in reclames afgerond op 600 ipk. De Siberie had bovendien een ijsbrekersteven en was voorzien van een systeem om via het over- en terugpompen van water in tanks, ingebouwd op diverse punten in het vaartuig, het zwaartepunt van de sleper dusdanig te kunnen variëren dat het zichzelf kon loswrikken uit vast ijs.
In 1927 werden 2 kleinere zusjes van de Siberie, op eigen werf, gebouwd: de Italie en de Engeland, beide 300 ipk sterk
Voor de kleinere sleepklussen werden in 1928 dertien vrijwel identieke sleepboten op de werf van Piet Smit Jr. gebouwd. Ze waren twintig meter lang, hadden ieder 160 ipk en kregen de namen van rivieren, zoals Regge, Zaan, Rotte en Zijpe.
Tijdens de strenge winter van 1929 werden ze succesvol ingezet als ijsbreker. Dezelfde winter was ook de vuurdoop voor de krachtige Siberie. Overal waar ze werd ingezet (de masten en schoorsteen waren neerklapbaar ivm bruggen) kwamen drommen mensen dit toonbeeld van kracht bewonderen.
In 1930 kwam er voor de assistentie van middelgrote zeeschepen de 275 ipk sterke Noorwegen bij. In hetzelfde jaar nog de iets sterkere (300 ipk) Spitsbergen.
De in 1931 gebouwde Afrika had met 550 ipk bijna evenveel vermogen als de Siberie. Zowel de Siberie als de Afrika waren onder klasse gebracht en mochten op zee varen. Vijf jaar later kocht Leen Smit & Co's Internationale Sleepdienst de Afrika. Het schip werd herdoopt in Maas (III). Om het even ingewikkeld te maken: de in 1918 voor Van der Schuyt in Papendrecht gebouwde kleine zeesleper Beatrix werd in 1919 aan de Internationale Sleepdienst verkocht, waar het de naam Maas (II) kreeg. Enkele maanden nadat de Afrika van eigenaar wisselde, ging deze Maas (II) op haar beurt naar Piet Smit Jr., waar de sleper herdoopt werd in Java.
In 1936 kocht Piet Smit Jr. opnieuw een sleepboot van L. Smit, te weten de Waterweg, dit schip werd herdoopt in Borneo.
Op 1 juli 1931 kwam het tot de oprichting van een sleepvaartcentrale voor de havensleepdiensten in de Rotterdamse haven. Dit was hard nodig om tot een verdeelsleutel te komen. Meer daarover, en de rol van Piet Smit Jr. hierin, de volgende keer. En de verdere ontwikkelingen in de vloot natuurlijk, zoals de eerste motorsleepboot voor het bedrijf.
met dank aan Nico J. Ouwehand en Nationaal Sleepvaart Museum, Maassluis
groeten,
Robert