De Ardjoeno van Abram Noë

van: www.kustvaartforum.com
Plaats reactie
Theo Horsten
Berichten: 996
Lid geworden op: 30 dec 2004 16:14
Locatie: Noord-Griekenland
Contacteer:

De Ardjoeno van Abram Noë

Bericht door Theo Horsten »

    • Ardjoeno-600.jpg
      Ardjoeno-600.jpg (34.78 KiB) 2343 keer bekeken
-------------------------
Mirjam Breeuwer schreef:Deze vraag over de Ardjoeno is al enkele jaren geleden geplaatst. Afgelopen weekend nam ik met mijn moeder een oud foto-album door. Wij vonden daar een foto van de Ardjoeno, aangemeerd in Penryn (Cornwall). Mijn moeders moeder had het vaak over een oom Abram. Wij weten niet hoe de familie-relatie in elkaar zat, áls hij een echte oom was. Mijn moeders familie woonde in oost Groningen.
Dag Mirjam,

In de vijf jaar die intussen verstreken zijn sinds dat bericht dat je citeert, ben ik zo het een en ander aan de weet gekomen en juist de laatste weken en -dagen is dat in een stroomversnelling geraakt. Door omstandigheden ben ik de laatste tijd wat minder, of eigenlijk nog nauwelijks, actief op de beide scheepvaartforums, een situatie die nog wel enige tijd voort zal duren. Maar helemaal buiten de beide forums om werd ik vrijwel gelijktijdig benaderd door twee mensen met vragen die in verband stonden met de Tweede Wereldoorlog. Een van die twee mensen was de kleinzoon van Bram Noë die graag iets meer wilde weten over de rol die zijn grootvader in die tijd speelde. Het tweede bericht was van een kleindochter van de hoofdmachinist van de Salando, het schip waarmee mijn vader na de oorlog vanuit Amerika thuisvoer. Vooral die mailwisseling is interessant. Die heeft in directe zin verder niets te maken met Bram Noë en de Ardjoeno, maar ook daarbij kwam de rol die deze man in de laatste twee jaar van de oorlog in mijn leven speelde ter sprake. Dat was een belangrijke rol; het is behalve aan de buitengewone inspanningen die mijn moeder leverde, ook mede aan Bram Noë te danken dat wij tijdens de Hongerwinter van 1944-’45 geen werkelijk gebrek hadden. Voor mij was dat reden om nu eindelijk eens goed te gaan speuren wie die man nu eigenlijk was, een speurtocht die verrassende zaken opleverde.

Zo weet ik nu heel wat van Abram Noë - of Abraham Noë, want de schrijfwijze varieert, ook in officiële stukken. Ik weet meer, maar dat heeft anderzijds ook weer nieuwe vragen opgeroepen. Het is zo dom: in de tijd dat we alles aan iedereen kunnen vragen, zijn we niet geïnteresseerd en als we geïnteresseerd raken, is iedereen aan wie we alles hadden kunnen vragen inmiddels dood.
Wij weten niet hoe de familie-relatie in elkaar zat
Sinds een paar dagen weet ik vrijwel alles van de afstamming van Bram Noë, dus als je me de naam van je oma van moeders kant zou kunnen geven, zou ik die relatie mogelijk kunnen nagaan. Voor wat mijzelf en dit Kustvaarforum betreft, blijven de volgende vragen...
  • Abram Noë liet de Ardjoeno in 1936 nieuw bouwen bij Niestern. In november 1936 werd het schip opgeleverd.
  • Waarom noemde hij het schip "Ardjoeno"? Was dat gewoon maar de naam van de vulkaan en vond hij die mooi, of had dat iets te maken met het s.s. Ardjoeno dat in 1891 bij de Schelde werd gebouwd voor de Rotterdamsche Lloyd?
  • Bram Noë was van december 1893. Hij kan dus op zijn vroegst in 1907 naar zee zijn gegaan. Kan de Ardjoeno van de Lloyd zijn eerste schip zijn geweest? Die werd in 1908 verkocht, dus het is mogelijk. Die antwoorden zal ik hier waarschijnlijk niet vinden maar mogelijk wel het antwoord op de vraag:
  • Waarom verkocht hij zijn eigen Ardjoeno na elf maanden alweer? In oktober 1937?
  • Wat deed hij voordat hij de Ardjoeno liet bouwen? Bij wie voer hij en als wat?
  • Ik meen me te herinneren dat hij van oorsprong een GHV-man was, maar hoe zat dat dan?
  • Wat ging hij doen nadat hij de Ardjoeno had verkocht?
Ik ken zijn verzetsverleden. Iedereen die in het verzet heeft gezeten, staat keurig geregistreerd op met de hand geschreven kaarten. Tot mijn niet geringe verbazing lees ik op de kaart van Bram Noë dat hij al in 1939 voor de Franse Inlichtingendienst werkte. Hoe ik ook zoek, ik kan niets vinden over de rol die de Franse Inlichtingendienst tussen de beide wereldoorlogen ook in Nederland speelde. Iemand die daar iets van weet?

Veel vragen. Een paar antwoorden zou leuk zijn.
-----------------
Gert Schouwstra
Berichten: 4579
Lid geworden op: 28 okt 2006 21:24
Locatie: Sneek
Contacteer:

Re: De Ardjoeno van Abram Noë

Bericht door Gert Schouwstra »

Theo, ik vind dit soort vragen ook altijd intrigerend. Ik lees dat de ARDJOENO in november 1936 zijn proefvaart deed en op 10 juli 1937 met motorschade Delfzijl binnenliep. Maar dat viel blijkbaar mee want op 13 juli vertrok hij alweer naar Pernau. Er mankeerde dus weinig aan de 200 pk Brons. Op 16 november wordt gemeld dat het schip is verkocht aan P.J. Beck in Groningen en dat de nieuwe naam LIBERTY is.

Verder vind ik dat op 14 december 1926 de stoomtanker TALANG AKAR van de Nederlandsche Koloniale Petroleum Mij NV. (N.K.P.M.) wordt uitgehaald. Een 3000 tonner, gebouwd bij Furness Shipbuilding in Haverton Hill-on-Tees. Het schip voer met een Nederlandse bemanning onder gezag van kapitein A. Noë. Dat zou hem dus heel goed kunnen zijn.

s.s. TALANG AKAR 1926-1942 PTHW-PHWD
10.1926 Fumess Shipbuilding Co. Haverton Hill on Tees (bouwnr. 107) 2.046 b, 1.108 n, 3.040 d-LxBxH= (85,34) x 14,35 x4,93 meter. Triple expansie 3 cil. stoommachine Richardson, Westgarth & Co., West-Hartlepool (480, 760 & 1245-915), 1.250 i.p.k., 10 kn.
2.3.1942 te Soerabaja door eigen bemanning tot zinken gebracht; 12.9.1943 door de Japanners gelicht, gerepareerd
en weer in dienst gesteld als „TANGO MARU". 8.11.1944 in Straat Makassar getorpedeerd door de Amerikaanse onderzeeboot „Rasher" (00.22 N.B. - 119.22 O.L.)
(Scheepsgegevens van Auke Visser)

Op 27 maart 1930 schrijft de krant: "De olieboot Talang Akar is momenteel in het dok gezet en gaat er over eenige dagen weer uit, bijzondere reparaties worden niet uitgevoerd. Binnen korten tijd brengt deze zelfde Mij. nog een schip in de vaart tusschen onze Indische havens, welk schip van grootere afmetingen wordt dan de Talang Akar. Kapitein Noé, ex-kapitein van de Talang Akar, vertoeft momenteel in Europa om het schip uit te brengen." Dat volgende schip werd de SOENGEI GERONG, waarmee kapitein Noë op 29 april 1930 op de rede van Priok aankwam.

s.s. SOENGEI GERONG 1929-1933 PSKF-PHOZ
8.1913 Palmers' Co. Ltd.. Newcastle (827) 5.040 b, 2.823 n, 7.650 d-LxBxH=(l 18,26) x 16,05 x 7,62 meter. Quadruple expansie 4 cil. stoommachine van de werf (515, 740, 1075 & 1550-1145), 1.800 i.p.k., 9 1/2 kn. t.w.7.1913, i.d. 26.8.1913
1913: „PAWNEE", Deutsch Amerikanische Petroleum Gesellschaft. Bremen 10.1914 in dienst bij Kaiserlichte Marine als wateren oliedepotschip „A" te Wilhelmshaven. 4.12.1919 als herstelbetaling aan USA uitgeleverd en in beheer bij Standard Oil Co. of New Jersey. 1926: „JOHN J. HOFF", Société Auxiliaire de Transport, Rouan. 1929: „COLOMBIATE", Imperial Oil Company Ltd., London. 1929 aangekocht door NKPM; 1933 te Shanghai gesloopt.

Noë heeft met de SOENGEI GERONG alleen maar de reis vanaf Europa naar Nederlands Indië gemaakt. Hij droeg het schip gelijk over en op 3 mei vertrok het schip onder gezag van kapitein Eyer voor zijn eerste reis naar Palembang. Als snel daarna kwam kapitein Noë op de PENDOPO, een nieuwbouwtanker van de NKPM gebouwd in Holland. Dat schip ging op 20 mei 1930 te water en werd in juli definitief opgeleverd.

s.s. PENDOPO PGRY 1930-1942
7.1930 C. van der Giessen & Zn, Krimpen aan den Ussel (609), 5.209 b. 2.665 n, 7.150 d L x B x H = 117,60 x 17,12x8,23 meter. Triple expansie 3 cil. stoommachine North Eastem Marine Engineering Company, Wallsend on Tyne, (635. 1065 & 1855 - 1220). 3.400 i.p.k., 11 kn. t.w. 20.5.1930. proeftocht 9.7.1930.
9.1939: „TAN 4". Koninklijke Marine. 2.3.1942 op de rede van Soerabaja door eigen bemanning tot zinken gebracht. 31.7.1943 door de Japanners gelicht, gerepareerd en weer in dienst gesteld als „EISHO MARU". 12.1.1945 bij Kaap Bataran door Amerikaanse vliegtuigen tot zinken gebracht. (11.10 N.B. - 108.55 O.L.)

Op 20 augustus vertrekt Noë met de PENDOPO uit de haven van Priok naar de raffinaderij in Soengei Gerong om te laden. De tanker is speciaal gebouwd voor het vervoer van benzine en petroleum. Maar het lijkt er op dat Noë de lol er af had, want hij blijft maar een paar maanden op de PENDOPO. Daarna is hij onvindbaar tot hij in 1936 weer opduikt.

Wat ik nog wel vind is de passagierslijst van de INDRAPOERA, die 17 mei 1933 vertrok van Batavia naar Rotterdam.
Aan boord zijn Dr. A. Noë en mejuffrouw H.A. Noë, maar ik twijfel of dit om dezelfde persoon gaat. Er werkte namelijk ook een Dr. A. Noë als onderwijzer op de kweekschool in Batavia.
Gert
- Varen is leven. -
Op mijn website https://aa-planadvies.nl/ vind je alles over mijn bedrijf.
Theo Horsten
Berichten: 996
Lid geworden op: 30 dec 2004 16:14
Locatie: Noord-Griekenland
Contacteer:

Re: De Ardjoeno van Abram Noë

Bericht door Theo Horsten »

    • Bram Noe 03 - TALANG AKAR 1926.jpg
      Bram Noe 03 - TALANG AKAR 1926.jpg (54.03 KiB) 2232 keer bekeken
--------------
Kijk eens aan, Gert, een dergelijk snel antwoord had ik niet verwacht. Bedankt! Het is meteen het antwoord op de vraag wat Bram Noë deed voordat hij de Ardjoeno liet bouwen en of hij al dan niet een GHV-man was. Dat is voor mij in feite al voldoende voor wat zijn verleden betreft. De rest kan ik vrij nauwkeurig zelf invullen. Ik kan een en ander volledig combineren met wat ik uit mijn eigen familie weet en wat ik me allemaal herinner. Naarmate ik hier langer mee bezig ben, herinner ik me ook dingen van, pakweg, vijfenzeventig jaar geleden en dan klópt het allemaal.
Abram Noë werd op 12 december 1893 geboren in Amsterdam als zoon van een slager. Als hij al in 1926 kapitein was, 32 jaar oud, moet hij inderdaad vroeg naar zee zijn gegaan. Op 26 mei 1919 trouwt hij in Delfzijl met Engelina Hendrika Dieterman - voor mij vroeger "tante Engelien". In hoeverre zij familie was van de laatste molenaar van de molen Adam in Delfzijl, M. Dieterman, hoop ik ook nog eens aan de weet te komen. Ik herinner me molenaar Dieterman nog heel goed van de keren dat we bij mijn grootmoeder in Delfzijl logeerden en hij meel kwam brengen bij bakker Groeoendal, op de hoek van de Waterstraat en de Noorderbinnensingel. Daar woonde mijn grootmoeder boven. Nu niets meer van terug te vinden en dit geheel terzijde. Ja, misschien is de dialoog nog wel aardig die zich ontspon toen Dieterman op een zonnige morgen meel kwam brengen bij bakker Groenendal en mijn grootmoeder problemen had met haar pendule. Vanaf haar balkon zei ze tegen de geheel wit bestoven molenaar - en vergeef me bij voorbaat mijn fonetische transcriptie van de Groningse taal- oma was trouwens een Friezin, een Holwerda:
"Zeg Dieterman, heb’n joe ook verstand van klokk’n?"
"Nou, vrouw van Gelderen, da’s te zeggen, ik kin zain houw loat of ‘t is!" :D
Maar het kon zo gek niet gaan of Dieterman klom die akelig steile trap op, verscheen geheel in het wit in oma's fraaie kamer en kreeg die pendule weer aan de loop! Tja, als je zo'n grote molen kunt laten draaien, is zo'n klokkie natuurlijk een fluitje van een cent. :roll:

Bram en Engelien Noë waren vrienden van mijn oom Jan Kreumer en tante Tjitske, mijn moeders oudere zuster. Die trouwden, net als Bram en Engelien, ook in 1919 in Delfzijl, in augustus, toen oom Jan daar op school zat en ik heb zo'n vermoeden dat Bram Noë daar toen ook op school zat. Ik heb de vereniging van oud-leerlingen gemaild met de vraag of dat na te gaan is. Doet verder niet veel ter zake, maar het verband wordt steeds duidelijker. Oom Jan werd kapitein bij de Rotterdamsche Lloyd en Bram Noë werd kapitein bij de NKPM. Beiden moeten ze dezelfde droom hebben gehad: een eigen schip. Bram moet eerder voldoende centen hebben gehad om die droom net voor de oorlog in vervulling te laten gaan en bestelde de Ardjoeno. Oom Jan kwam tijdens de oorlog om met de Langkoeas, maar in 1950 zette zijn weduwe, mijn tante Tjits, alsnog door en kocht op aanraden van Lou Vuursteen de Jola van Schothorst om die als Jan Kreumer in de vaart te brengen, het schip waarop ik een jaar later mijn zeemansloopbaan begon. Het aardige is dat beide schepen uit dezelfde succesvolle serie van Niestern waren en exact hetzelfde casco hadden.

Blijft de vraag waarom Bram Noë zijn schip al na elf maanden verkocht aan Beck. Kon hij er soms een mooie winst op pakken? In de aanloop naar de oorlog schoten de vrachtprijzen omhoog, dus wie weet. Wat hij in de jaren daarna deed, weet ik (nog) niet. Hij moet aardig hebben geboerd, want ze bewoonden een fraai pand aan de Rijksstraatweg in Haren. Als hij in 1939 al voor de Franse Inlichtingendienst werkte, moet hij direct aan het begin van de oorlog in het verzet zijn gegaan. Aanvankelijk zat hij bij de LO, de Landelijke Organisatie voor Hulp aan Onderduikers. In maart 1942 werd hj door de SD verhoord, maar weer vrijgelaten. In maart 1943 werd hij door de Duitsers uit zijn huis gezet. Begin 1944 overviel de SD de Groningse verzetsgroep, maar Bram Noë wist te ontkomen. Hij ging naar Rotterdam en sloot zich daar aan bij een KP - een knokploeg, dus echt het gewapende verzet. Hij deed mee aan veel overvallen op distributiekantoren om de onderduikers - en ook zeemansvrouwen - van extra bonkaarten te voorzien. Als ik goed ben geïnformeerd, was hij ook betrokken bij liquidaties. Zijn schuilnaam was Nol. Voor mijn zuster en mij waren het altijd "tante Engelien en oom Bram" geweest, maar nu moesten we hem "oom Ben noemen". Ik herinner me hem als een verdomd sympathieke, goedlachse vent. Hij overleed in oktober 1950.

Blijft eigenlijk alleen nog de vraag wat die Franse Inlichtingendienst daar allemaal mee te maken had. En die snelle verkoop van de Ardjoeno, uiteraard.

--------------
Gert Schouwstra
Berichten: 4579
Lid geworden op: 28 okt 2006 21:24
Locatie: Sneek
Contacteer:

Re: De Ardjoeno van Abram Noë

Bericht door Gert Schouwstra »

Theo Horsten schreef: 03 mar 2018 14:25 Op 26 mei 1919 trouwt hij in Delfzijl met Engelina Hendrika Dieterman - voor mij vroeger "tante Engelien". In hoeverre zij familie was van de laatste molenaar van de molen Adam in Delfzijl, M. Dieterman, hoop ik ook nog eens aan de weet te komen. Ik herinner me molenaar Dieterman nog heel goed van de keren dat we bij mijn grootmoeder in Delfzijl logeerden en hij meel kwam brengen bij bakker Groeoendal, op de hoek van de Waterstraat en de Noorderbinnensingel.
Helemaal goed Theo,
Engelina Hendrika Dieterman werd op 1 januari 1894 geboren als dochter van Harmannus Dieterman, molenaar(sknecht) en Maria Stikker.
En Harmannus Dieterman was van 1894 tot 1940 eigenaar van de molen Adam. Hendrik Dieterman was van 1940 to 1948 de eigenaar. Er is ook nog een molenaar Jan Dieterman, maar ik weet niet hoe die in het plaatje past. Een andere bron zegt dat M. Dieterman de laatste molenaar was en de molen in 1954 verkocht aan de gemeente.
Gert
- Varen is leven. -
Op mijn website https://aa-planadvies.nl/ vind je alles over mijn bedrijf.
Theo Horsten
Berichten: 996
Lid geworden op: 30 dec 2004 16:14
Locatie: Noord-Griekenland
Contacteer:

Re: De Ardjoeno van Abram Noë

Bericht door Theo Horsten »

Maria Stikker.
En daar zit de familierelatie met Mirjam Breeuwer. Tikkie ingewikkeld en het voert hier te ver, maar de relatie is er wel degelijk.
Leuk hoor, dat zoeken, of niet soms? :D
Als ik nu weer contact krijg met de kleinzoon van Bram Noë, kunnen ook de laatste vragen mogelijk worden beantwoord. Waarom stootte hij de Ardjoeno zo snel weer af? Viel het varen met een kuster toch tegen na de tankvaart? Had hij er natuurlijk een kapitein op kunnen zetten. Er moet toch een reden zijn geweest. Je bestelt een schip met een bepaalde bedoeling en bepaalde verwachtingen. Dat blijft me voorlopig nog wel even bezighouden.
Plaats reactie